GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 34

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

en uiteindelijk is het thans de techniek die het kapitaal domineert en provoceert." Er is echter een duidelijk verschil tussen Ellul en zijn leermeester. Vergeleken met diens Franse tovenaarsleerling lijkt Marx een onverbeterlijke optimist. Akkoord, de mensheid moest ook bij hèm eerst door het diepe dal der Verelendung heen. Maar daar kreeg ze dan uiteindelijk wèl wat voor terug! Aan het einde van die lange, barre nacht, gloorde immers nog het Morgenrood, in het licht waarvan alle Verworpenen der Aarde ooit, van hun ketenen verlost, zouden ontwaken. Dat troostrijk uitzicht op betere tijden biedt de onheilsprofetie van Jacques Ellul niet. Sterker nog: als hij die mogelijkheid wel had ingebouwd, dan zou daarmee meteen ook de angel van de onherroepelijkheid - dat is: de volstrekte autonomie van De Techniek, die de kern van zijn betoog vormt uit zijn anti-technische theorie zijn verwijderd. Die autonomie is een wezenlijk kenmerk in het techniek-begrip van Ellul. Techniek, hier opgevat als een systeem van onderling nauw met elkaar verweven, afzonderlijke technieken, geeft op volstrekt onafhankelijke wijze vorm aan de maatschappelijke ontwikkeling die uiteindelijk op niets anders gericht is dan op maximale efficiëntie; een onzichtbaar machtssysteem dus, dat z'n eigen gang gaat, z'n eigen normen stelt, en zichzelf voor het overige onder en boven de wet heeft gesteld. Dat klinkt nogal abstract. Maar dat is, aldus Ellul, ook de bedoeling: "De Techniek is een abstract fenomeen; het is niet concreet zoals de techniek van een auto of de fotografie."

32 v u MAGAZINE JANUARI 1993

Behalve niet concreet is techniek in EUuls ogen vooral ook niet neutraal. Het bekende argument - met een mes kun je je brood smeren èn je buurman doden; het voorwerp zelf is volstrekt waardenvrij - dat zou pleiten voor de principiële neutraliteit der dingen, wordt onomwonden door hem afgewezen. Aktie is reaktie, zegt Ellul. En dus heeft elk doel dat je met behulp van willekeurig welke uiting van techniek nastreeft, per definitie een keerzijde; een negatieve kostenpost waartegen het b e oogde voordeel weg- of zelfs helemaal in het niet valt. Het doel dat men via de techniek beoogt is, aldus Ellul, ondeelbaar met de ongewens-

te neveneffecten van een dergelijke aktie verbonden. Het voorbeeld dat hij, ter illustratie van deze ondeelbaarheidsgedachte, bij voorkeur van stal haalt, is - hoe kan het ook anders - de auto. Dit vervoermiddel wordt geacht de m o biliteit van de mens te verhogen. Maar wie met dit doel de wagen voorrijdt, heeft de aanslag op het milieu en de uitputbare grondstoffen, èn de statistische zekerheid van honderden verkeersslachtoffers per jaar, bewust of onbewust al ingecalculeerd. Het een valt niet los te zien van het ander; er is niet zoiets als een keus tussen de auto als vervoermiddel en als middel om er die vervelende buurman mee plat te rijden. Wie erin stapt neemt genoegen met zowel de positieve als de negatieve kanten.

tal zeer menselijke behoeften (abject of niet, dat doet nu even niet terzake): efficiëntie, snelheid en, in het verlengde daarvan, macht. Deze constatering neemt de reële risico's van de hedendaagse, door technologie doordesemde samenleving, waarop Ellul in tal van publikaties heeft gewezen, uiteraard niet weg. Maar zij betekent wel, dat de techniek een veel bescheidener plaats in het geheel krijgt toegewezen: niet die van de autonome oorzaak van een eventuele morele en filosofische crisis, maar die van een uitingsvorm van het menselijk streven naar snelheid, macht en efficiëntie. Zou men die onbedwingbare aandrang - bijvoorbeeld via een geavanceerde medisch-technologische, hersenchirurgische ingreep - wegnemen, dan was van een dreiging uit de hoek van de techniek meteen ook geen sprake meer.

Buskruit Die auto zit Ellul nog om een andere reden flink dwars: de ontwikkeling van het voertuig is gebaseerd op de abjecte neiging van de mens om steeds sneller vooruit te wiUen. "Waarom zijn automobilisten voortdurend in de verleiding om steeds sneller te gaan?", vraagt Ellul zich halverwege het interview af. Zij zijn dat omdat snelheid een uitdrukking is van macht, zo luidt zijn antwoord. "In feite is de westerse mens sinds eeuwen geobsedeerd door het idee van de macht. Hij zoekt steeds naar meer vermogen, en hij past de middelen die tot zijn beschikking staan toe in het kader van de macht." Het zal de luisteraars die deze regels via hun tv-toestel voorbij hoorden of - via de ondertiteling - zagen komen, in de gauwigheid niet zo zijn opgevallen, maar bij het nalezen van de door de I K O N beschikbaar gestelde, uitgeschreven tekst van het interview, moet men met een schok ontdekken dat Ellul hier plotsklaps uit een ander vaatje tapt. Hij zegt hier met zoveel woorden dat de menselijke fixatie op macht al eeuwenoud is - al veel langer bestaat dus dan de moderne techniek - hetgeen betekent dat het met die autonomie van De Techniek dus wel meevalt. Want zó bezien is techniek geen onafhankelijk opererende oorzaak van welke rampspoed ook, maar een middel, een truc, en als zodanig rechtstreeks herleidbaar tot een aan-

Volgens EUul zijn die menselijke drijfveren echter niet erfelijk bepaald, en zitten zij dus - naar het hedendaags spraakgebruik wil - niet 'ingebakken', maar zijn zij van culturele komaf Die conclusie valt althans te trekken uit het feit dat Ellul ze niet als algemeen menselijke onhebbelijkheden bestempelt, maar als tekortkomingen die alleen de Westerse mens zouden aankleven. Als argument voor die steUing gebruikt hij het voorbeeld van het buskruit dat in China al sinds de twaalfde eeuw - veel eerder dan bij ons dus - bekend was. "De Chinezen," aldus Ellul, "die een andere ideologie en een andere psychologie hadden, maakten er vuurwerk van. Sinds wij het buskruit kennen, was het eerste waar het voor gebruikt werd de oorlog. Dus voor de macht, de verovering." Trekken we deze lijn door, dan zijn het dus eigenhjk de Grieken - erflaters van de Westerse beschaving geweest die door het instellen van hun Olympische Spelen de mensen hebben geïnfecteerd met een onstuitbaar streven naar steeds sneller, verder, hoger. Niet alleen de hardloper, speerwerper of hoogspringer (die - hoe vreemd! - zijn behoefte aan overwinning en dus macht zonder technische hulpmiddelen bevredigt) is daarvan het slachtoffer geworden, maar uiteindelijk dus ook de eenzame telefonist die na de piep wèl een boodschap durft in te spreken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's