GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 345

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 345

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

34

zich thuis gaan voelen in de groep. Er is Turkse thee uit Turkse kopjes en er wordt Turkse muziek gedraaid. In de groepen van de R I A G G - C e n trum wordt over het algemeen in de eigen taal gesproken. " O p elke groep werkt minstens één migrant. Soms maken we gebruik van tolken," vertelt Laura Wienesen. In de groepen van Joske van Nistelrooij is Nederlands de voertaal. "We hebben niet genoeg hulpverleners van allochtone afkomst. Zelf spreek ik nauwelijks Turks, maar m iedere groep is wel één vrouw die goed Nederlands spreekt en een beetje kan tolken. Bovendien zijn de vrouwen ontzettend goed in uitbeelden. Ze praten met hun hele lijf, maken gebaren, raken elkaar aan. En zo'n groep stimuleert enorm om op N e derlandse les te gaan. Je ziet dat bijna alle vrouwen dat in de loop van het eerste jaar gaan doen." Joske van Nistelrooij legt uit waarom het vormen van een hechte groep het belangrijkste onderdeel van de therapie is. "Het vertrouwen groeit langzaam. Uiteindelijk gaat de groep een nieuwe gemeenschap vormen, een nieuw soort familie. Zoiets gaat niet voorbij wanneer de groep stopt. Als ik hier in de buurt een vrouw tegenkom, die vorig jaar in mijn groep heeft gezeten, word ik omhelsd en begroet als een familielid." Bij de RIAGG-oost is het hele proces er op gericht dat er een nieuw sociaal netwerk ontstaat, een nieuwe vorm van gemeenschap. Nadat een groep een jaar vanuit de R I A G G heeft gedraaid, wordt die overgenomen door het maatschappelijk werk. Van daaruit wordt gezocht naar aansluiting bij de koffieochtenden van het buurthuis. Dan ontstaan vanzelf nieuwe aktiviteiten. Vrouwen geven zich op voor een naaicursus of ze gaan leren fietsen. Eenzaamheid is vaak het grootste probleem. In Turkije of Marokko hadden de vrouwen binnen het grote geheel van de familie een plaats. Daar hoorden ze thuis. Binnen dat hele netwerk hadden ze een zekere mate van zelfstandigheid. Hier zijn ze veel afhankelijker van hun man, die vaak langer in Nederland is, de taal spreekt en de wegen kent. "Vrouwen zijn de grootste verliezers," meent Wienesen. "De mannen hebben hun koffiehuizen, de moskee, het werk." Door de eenzaamheid wordt het verlangen om eens terug te gaan naar

v u MAGAZINE SEPTEMBER 1993

Turkije of Marokko aangewakkerd. "Bij de meesten is er de droom ooit terug te gaan. Heel vaak houden families een huis of een flatje aan," vertelt Joske van Nistelrooij. "In de zomermaanden gaan ze er heen voor een paar maanden, maar dat is vaak juist een moeilijke periode. In het begin dacht ik dat de vrouwen uitzagen naar de lange zomervakanties in Turkije. Al pratend heb ik gemerkt dat het voor de meesten een enorme opgave is. De vrouwen hebben het verschrikkelijk druk, het is absoluut geen vakantie. In die paar weken moeten ze al hun familie ontvangen en uitgebreid voor iedereen koken. Allerlei familievetes moeten worden beslecht. En verder komen ze tot de ontdekking dat ze de aansluiting missen. Ze zijn vervreemd geraakt. Voor veel vrouwen was het een enorme opluchting om in de groep over die teleurstellingen te praten. De teleurstelling hadden ze jarenlang weggedrukt."

Vijf gulden De RIAGG's hebben migrantenprojekten, speciale groepen, aparte voorlichtingsdagen. Verlaagt dat de drempel? Laura Wienesen van de RIAGG-Centrum vertelt dat bij de afdeHng p.sychotherapie 1,2 procent migrant is, bij sociale psychiatrie 25 procent en in de tussenafdeling, het psycho-sociaalteam, dertien procent. O p de psychotherapie-afdeling van de RIAGG-Oost zijn helemaal geen migranten. "Naast het feit dat de methodiek van de psychotherapie niet zo goed aansluit bij de problemen van veel migranten, speelt de verplichte bijdrage van vijf gulden per keer een rol. Niet iedereen kan dat opbrengen," verklaart Joske van Nistelrooij. "Er is op het ogenblik sprake van dat die bijdrage omhoog gaat naar twintig gulden. Dan wordt het helemaal een ramp." Rianne Wesenbeek is coördinator transculturele psychiatrie voor het Psychiatrisch Ziekenhuis Amsterdam. Transculturele psychiatrie heeft als werkterrein: culturele verschillen en de invloed daarvan op de geestelijke gezondheid. Hoe verklaart zij het feit dat migranten nauwelijks tot geen gebruik maken van psychotherapie? "Psychotherapie is inderdaad zeer ontoegankelijk voor migranten. We noemen vaak de culturele verschillen, maar

voor van oorsprong Nederlandse cliënten uit de lagere sociale klassen was psychotherapie jarenlang ook vrij ontoegankelijk: het zijn dure vormen van therapie, ze kosten veel tijd en ze vereisen dat de cliënt in staat is zijn of haar problemen op een bepaalde manier te verwoorden. Ook de verwachtingen van de cliënt spelen een rol. Mensen uit de lagere sociale klassen verwachten vaker dat de therapeut een soort genezer is, iemand die oplossingen aandraagt. De psychotherapeut voldoet niet aan dat beeld. In de psychotherapie wordt van de cliënt verwacht dat hij actief werkt aan zijn problemen." Wesenbeek is van mening dat er bij veel RIAGG's met vooringenomenheid wordt geselecteerd. Migranten verwijst men bij de intake vaak automatisch door naar sociale psychiatrie. Laura Wienesen geeft dat toe, maar vult aan: "Het is niet helemaal onlogisch. De veelheid van de problemen waarmee migranten bij ons aankloppen, maakt dat het voor de hand ligt ze door te verwijzen naar de sociale psychiatrie. De mensen die hier komen, zijn vaak volkomen vastgelopen en in veel gevallen is sprake van omvangrijke sociale problemen. "Maar het is aan het veranderen, nu de groep migranten met hogere opleidingen groeit," voegt ze eraan toe.

Schizofrenie Ook in psychiatrische ziekenhuizen zijn relatief weinig migrantenvrou-

wen te vinden, vooral omdat mannen en vrouwen daar samen op afdelingen worden verpleegd. Rianne Wesenbeek: "Ik heb wel meegemaakt dat een vrouw om die reden door haar echtgenoot uit het ziekenhuis werd weg gehaald. En dat terwijl het thuis echt niet meer ging." Veel meer allochtone vrouwen zijn te vinden in een voorziening als het Blijf-van-mijn-lijf-huis. "Daar zijn geen mannen. Ik denk dat dat één van de belangrijkste redenen is." Binnen de transculturele psychiatrie wordt vooral gelet op het vóórkomen van specifieke ziektebeelden bij bepaalde culturele groepen. Rianne Wesenbeek: "Zowel uit Engels als uit nog beperkt Nederlands onderzoek blijkt dat de diagnose schizofrenie bij migranten vaker wordt gesteld dan bij autochtonen. Dit is een kwestie die veel vragen oproept. Zijn migranten werkelijk gekker dan Nederlanders of spelen hierbij andere factoren een rol? Vreemdelingen zijn anders, bedreigend, niet normaal. Het zou mogelijk zijn dat deze beelden bijdragen tot de diagnose schizofrenie. Daarnaast kan de migratie zelf een rol spelen. Mensen zijn ontworteld geraakt. In Nederland is nog weinig onderzoek gedaan naar de betekenis van racisme en discriminatie voor het ontstaan van psychiatrische problemen. Dergelijk onderzoek zou kunnen verklaren waarom de diagnose schizofrenie zo vaak wordt gesteld bij migranten." Wesenbeek voegt toe dat de diagnose schizofrenie vooral bij mannen

wordt gesteld, bij vrouwen zien we vaker de diagnose depressief. Turkse en Marokkaanse vrouwen zijn vaak mosHm. Komt hun godsdienst in de therapie ter sprake? Hoe gaan hulpverleners daar mee om? Laura Wienesen: "In individuele gesprekken komt het geloof vroeg of laat wel ter sprake. Vragen als: waarom overkomt mij dit, waarom heb ik deze ziekte?, worden met godsdienst in verband gebracht." Joske van Nistelrooij: "In de Turkse vrouwengroep merk ik weinig van het geloof Ik heb het gevoel dat het eerder om culturele tradities gaat dan om geloof Natuurlijk dragen de vrouwen hoofddoeken, en als je er op doorvraagt zeggen ze dat dit moet van Allah. Armen en benen dienen ook bedekt te zijn. Maar het IS vaak ook niet meer dan puur gewoonte. De moskee zegt de meeste vrouwen weinig; die is er meer voor de mannen. Wel houden vrouwen zich vrijwel zonder uitzondering aan de Ramadan. Maar de sociale controle is op dat punt ook heel streng."

Geestuitdrijver Rianne Wesenbeek merkt op dat er over geloofsinvloeden niet zoveel bekend is. "Dat komt ook doordat de hulpverleners er niet op gespitst zijn. In Engeland is het bij de intake vanzelfsprekend om naar de geloofsovertuiging te vragen. Hier niet. Geen wonder dat religie in de therapie nauwelijks aan de orde komt.' Soms gebeurt dat echter wel. Laura

Wienesen heeft eens met een cliënt gewerkt die tegelijkertijd bezig was om via een geestuitdrijver van zijn klachten verlost te worden. "Het kan best gelijktijdig, therapie en geestuitdrijving," meent Wienesen. "Als iemand m het uitdrijven van geesten gelooft, kan het misschien werken. Deze geestuitdrijver zei dat er allerlei dingen in de woning moesten worden veranderd. Het was bijvoorbeeld nodig dat er gordijnen kwamen. Dat had, zei hij, iets met die geesten te maken. In elk geval werd het huis er een stuk gezelliger door." De vrouwen kwamen met pijnklachten bij de RIAGG. Komen ze dankzij de groepstherapie van hun pijn af? Joske van Nistelrooij: "Je kunt merken dat ze zich prettiger gaan voelen. Ze gaan allerlei dingen ondernemen. Thuis gaat het vaak ook beter, ze beginnen weer voor het gezin te koken, gaan wat makkelijker met de kinderen om. Maar je ziet zelden dat vrouwen weer aan het werk gaan. De pijnklachten blijven, en de daarbij behorende bezoeken aan de huisarts ook. Terwijl we m de groep bezig zijn, kun je soms merken dat de spanning afneemt en dat ze minder pijn hebben. Maar zodra ze buiten staan, begint de rugpijn weer. Het lijkt wel alsof de spanning in die lichamen zit ingebakken."

v u MAGAZINE SEPTEMBER 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 345

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's