GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 195

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 195

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eric Le Gras

Lolle Nauta Een filosoof heeft ook een politieke opdracht, m e e n t hij. Toch m o e t er een arbeidsdeling blijven tussen het theoretische w^erk van de filosoof en de praktijk van de politicus. " D i e scheiding h a n d h a a f ik graag.'* De vuile h a n d e n van een sociaal filosoof.

De Kamer is schaars ingericht. Aan de muur een poster van Laurel en Hardy, een bureau en een zitje met stoeltjes waarin de hoogleraar zijn lange lichaam moet zien te vouwen. "Ik houd wel van kale kamers", zegt hij. Eenvoud en bescheidenheid passen bij Lolle Nauta (1929), hoogleraar sociale filosofie in Groningen. Zijn afstandelijke, vaak strikt logische redeneertrant sluit daar bij aan, net als zijn afkeer van "wijsneuzerigheid". Alleen zijn felle ogen verraden dat hij wel degelijk emotioneel kan zijn. De inrichting, vooral het geringe aantal boeken in de kamer, doet even vermoeden dat Nauta midden in een verhuizing zit. Een voorteken van zijn naderende emeritaat? Nauta: "Nee, ik kan deze kamer nog vijfjaar houden. Ik begeleid een aantal promovendi, de band met het Filosofisch Instituut blijft. Het is wel zo dat ik meer tijd krijg om de dingen te gaan doen die ik graag wil doen. Zolang mijn geestelijke vermogens het toestaan ga ik in ieder geval door met schrijven." H Waarover? "Dat zeg ik niet. Als ik iets interessants van plan ben, dan praat ik daar niet over. Ik bijt nog liever mijn tong af. Pas als het af is, valt er over te praten." B

Misschien plannen om een vervolg te maken op de Filosofendebatten, de televisieprogramma's die eenjaar of twintig geleden de filosofie op een aansprekende en begrijpelijke manier onder de mensen brachten? Een verraste blik: "Ja, het zou aardig zijn om dat weer eens te doen. Het was een interessante formule die we destijds hanteerden. We lieten een stel coryfeeën uit de filosofie voor de camera twee aan twee met elkaar discussiëren. Foucault was er onder anderen en Popper, Kolakowski en Alfred Ayer Fons Elders leidde de discussies en ik gaf uitleg in gewone, begrijpelijke taal. Dat heeft iets betekend voor de populariteit van de filosofie destijds. We merkten dat er studenten op af k'wamen." B

Tijdens de Filosofendebatten maakte u tussen al die keurigefilosofenfurore met uw lichtelijk knauwende Fries accent. Dat is nu veel minder te horen. Hebt u het wat bijgeschaafd?

"Nee hoor, ik ben echt niet bewust ABN gaan praten. En als ik in het Westen van het land kom, dan valt het meteen op dat ik een Friese uitspraak heb. Het kan aan de opname hebben gelegen, daardoor komen de eigenaardigheden van je stem duidelijker naar voren. Mijn vrouw is Duitse en dat valt ook veel meer op als ik haar op een bandopname hoor spreken." In ieder geval zal Nauta in de komende jaren zijn contacten met de Derde Wereld onderhouden; "Ik zou graag iets in de ontwikkelingssamenwerking blijven doen. De universiteit van Groningen heeft een samenwerkingsverband met de universiteit van Maputo in Mozambique en ik ben gedurende drie jaar projectverantwoordelijke geweest. Ik zit ook in een commissie van Jan Pronk." De belangstelling van Nauta voor Afrika en de ontwikkelingsproblematiek leidde tot een verblijf in Zambia aan het begin van de jaren tachtig. In dat land zette hij op verzoek van de universiteit van Zambia in Lusaka een kleine filosofische afdeling op binnen de faculteit der sociale wetenschappen. B

Filosofie in Afrika? Hebben ze dat nou echt nodig, filosofie kun je toch niet eten? "Ja, die vraag is me vaker gesteld. Maar ik wil er best wel weer eens over praten." Die relativerende reactie doet afstandelijk aan. Maar de ogen van Nauta logenstraffen die indruk; daarin valt eerder sterke betrokkenheid en zelfs felheid te lezen. De houding van de westerling ten opzichte van de Afrikaan en het Afrikaanse continent is een probleem dat Nauta nog steeds bezig houdt. In de essays waarin hij verslag doet van zijn Afrikaanse periode, wil hij van geen verschil tussen Afrikanen en Europeanen weten. "Afrika bestaat niet", is daarin zijn motto. Het is een werelddeel als alle andere, waar mensen wonen die "volkomen gelijk" zijn aan hun soortgenoten elders ter wereld. Nauta heeft een broertje dood aan goedwillende zendelingen, aan romantici die in Afrika de laatste edele wilde h o pen aan treffen, en vooral aan toeristen: "Dat zijn vaak bekrompen mensen die een spoor van vernieling achter zich laten en op reis gaan vanwege de status. Zelf blijf ik zo veel mogelijk

17

v u MAGAZINE MEI 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 195

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's