GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 206

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 206

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willem Koerse: "Sommige architecten moeten stevig op hun donder krijgen.'

woning waarheen je verhuist, tref je dezelfde dingen aan. Het is niet meer zo dat een woning karakteristiek is voor een bepaalde omgeving. Ze zijn uitwisselbaar en in sociaal opzicht neutraal."

^^mÊÊÊmm^m

28

"Het gevolg is dat architectuur decorbouw wordt. Het zijn decors die in één oogopslag bekeken kunnen worden, de eerste oogopslag zal ook de laatste zijn. Voor je het weet ben je er al weer aan voorbij. Architecten voelen als het ware dat de aandacht voor gebouwen ontbreekt. Dan wordt de motivatie om er echt iets van te maken ook minder. Er zijn mensen die van zulke decorbouw houden. Er is al eens een loflied op de ringweg, en de architectuur die daarlangs te zien is, geschreven. Als je er op die manier naar kijkt m o e t j e andere wetten toepassen. D e architect moet dan maar in de leer gaan bij de verkeersingenieur en de reclamemaker. Het is hoe dan ook geen architectuur waar je je als voetganger of fietser erg bij betrokken voelt." Vanuit de mobiliteitsgedachte is in Amsterdam destijds het Maupoleum opgezet, licht Koerse toe. De Jodenbreestraat zou, net als de Wibautstraat, een snelle verkeersweg moeten worden. Vanuit voortjakkerende auto's bezien is verfijnd hogeschoolwerk volstrekt zinloos. Misschien, al vraagt het veel van de verbeeldingskracht, dat vanuit de auto het snelle ritme van de opeenvolgende pilaren van het Maupoleum nog voor een zeker esthetisch genoegen had kunnen zorgen. De verkeersweg kwam er echter niet. Het gevolg is dat voetgangers en fietsers tegen een gedrocht moeten aankijken. Mensen zijn, constateert Koerse, ook in andere opzichten mobieler geworden. "Ze verhuizen sneller. De plaatsgebondenheid van weleer bestaat niet meer. Dat is mooi, omdat zoiets een toename van de vrijheid betekent. Maar het betekent ook een verminderde binding met een plek. Elk huis wordt als het ware een doorgangshuis. Als je weet datje binnenkort gaat verhuizen of dat mensen in j o u w omgeving gaan verhuizen, ga je niet 'investeren' in de mensen in de buurt. De mobiliteit verhindert dat er gevestigde gemeenschappen ontstaan. Huizen gaan daardoor ook steeds meer op elkaar lijken; in elke volgende

VU MAGAZINE MEI 1994

Doodgemaakt

De tijd dat erop gelet werd of een gebouw wel in zijn omgeving past, lijkt voorbij. Architecten interesseren zich vooral voor hun eigen meesterwerken. Willem Koerse is zelf in zekere zin het slachtoffer geworden van die houding. Vakken als psychologie en filosofie zijn nagenoeg verwaarloosbare randverschijnselen in de opleiding tot architect. Dat soort vakken richten zich immers vooral op de omgeving van de architectuur en de behoeften van gebruikers, en dragen weinig bij aan directe vakkennis. Toen er toch bezuinigd moest worden, waren hij en zijn lesvakken snel de klos. Een typerend voorbeeld van \vat Koerse een arrogant gebouv/ vindt dat zijn omgeving volledig overwoekert, is de Nederlandse Bank aan het Amsterdamse Frederiksplein. "Het is zeer dominant en heeft de rest van het plein volledig doodgemaakt. Wat is het Frederiksplein nu nog? Vroeger stond midden op dit plein het Paleis voor Volksvlijt. Als je naar de volgende straat wilde, moest je om het gebouw heen. Het Paleis brandde af en er moest een nieuw gebouw komen. Het eerste wat men deed was het doortrekken van de lijn van de weg. Geen obstakels meer. De kortste weg kiezen. De mobiliteit komt voorop en al het andere is van minder belang. Dat is iets vaatje de architect nauwelijks kwalijk kunt nemen. Je kunt bijna spreken over een maatschappelijke wil." Niettemin, erkent Koerse, hebben de architecten weinig gedaan om weerwerk te bieden aan het mobiliteitsdictaat. "Integendeel. Men heeft zich heel duidelijk aangepast, soms met een enorm enthousiasme. Bij iemand als Le Corbusier kom je lofzangen tegen op de auto en het vliegtuig. Als het maar beweegt." In de stad bestaan desondanks plekken waar de snelheidsdwang minder hevig is. De winkelpromenades bijvoorbeeld. Alle kans dus voor een vindingrijke architectuur, zou je zeggen. Koerse constateert echter dat de architectuur opgeofferd wordt aan de commercie. De etalages dienen alle aandacht te trekken, een unieke voorgevel leidt de aandacht maar af. Bij winkelpromenades tref je vaak lange doorgetrokken gevels aan. Ook hier voert uniformiteit de boventoon. Alle winkelpromenades lijken op elkaar. Koerse zou graag zien dat architecten zich wat meer aanpassen aan een bestaande omgeving. "Een nieu^v gebouw zou als jongste familielid een zeker respect mogen tonen jegens de oudere ooms en tantes die om hem heen staan. Architecten willen graag opvallen en op de voorgrond staan. Ze hebben een fascinatie voor hoogstandjes, met als gevolg een verwaarlozing van de omringende bebouwing. In de maquettes van de Amerikaanse architect Eisenman zie je zijn gebouwen altijd op een soort zandvlakte staan. ledere relatie met de omgeving en het gebruik is weg. Wonen als ongelukkig toeval. Die mentaliteit is vernietigend. Sommige architecten moeten stevig op hun donder krijgen. "De verantwoordelijkheid van de architect is groot. Laat hij anders maar beeldend kunstenaar worden. Een docent sprak eens tot zijn leerHngen: 'Bedenk dat in uw drama's ook luiers gewassen worden.' Godzijdank zijn er nog ar-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's