GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 364

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 364

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

jB»™

Onderzoeksgegevens verouderen snel. En lange tijd dreigden veel databanken vol half- of ongebruikte onderzoeksgegevens dan ook tot stof te vergaan. Die ontwikkeling lijkt gekeerd dank zij computernetwerken die ongekende mogelijkheden bieden om onderzoeksgegevens uit de hele wereld met elkaar in verband te brengen. Maar voor het theoretische handwerk, het speuren naar een rode draad in die gegevens, is tegelijkertijd geen geld. "De verhouding tussen waarneming en registratie, en pogingen om enig verband te zien tussen al die gegevens, is volstrekt zoek", meent een theoretisch sterrenkundige.

Bram Vermeer

AMV

r

10

eel wetenschappers zijn diep in hun hart ongeneeslijke verzamelaars. Dat was in het verleden al zo, en het is eigenlijk nooit veranderd. De kast vol vlinders, schelpen en stenen heeft echter plaats gemaakt voor lange rekken met computertapes. De resultaten van wetenschappelijk onderzoek uit vele jaren, worden tegenwoordig integraal opgeslagen en bewaard op dit soort kunstgeheugens. Of het nu de waarnemingen van een sterrenkundige missie op een bergtop in Chili betreft, of de registratie van nieuwe elementaire deeltjes, ontdekt onder de grond bij Geneve; het is allemaal vastgelegd in computerbestanden. Tussen al die met ruwe gegevens gevulde computertapes zullen in principe nog talloze grote ontdekkingen schuilgaan, waarmee de wetenschap kan worden vooruit geholpen. Maar soms valt te vrezen dat niemand ooit nog de moeite zal nemen of in staat zal zijn het kaf van het koren te scheiden. Zo maar een voorbeeld. De Nederlandse IRAS-satelliet heeft vele gigabytes aan informatie opgeleverd. De sateUiet heeft namelijk tien jaar geleden met een mfraroodcamera de gehele sterrenhemel stukje bij beetje gefotografeerd. Miljoenen sterren werden vastgelegd. De satelliet heeft

v u MAGAZINE OKTOBER 1994

ZO een bibliotheek aan gegevens geproduceerd, waar astronomen aanvankelijk likkebaardend op afstoven. Onderzoekers spoedden zich naar Groningen - een van de plaatsen waar de computertapes met de IRj\S-waarnemingen lagen opgeslagen - om tussen al die hemellichamen naar hun favoriete objecten te zoeken.

Maar er k^vamen nieuwe satellieten. En ook op aarde werden grotere telescopen gebouwd; nieuwe instrumenten die nog meer en weer andere gegevens opleverden. De IPJ\.Sgegevens waren nog lang niet uitputtend bekeken toen andere, grotere verzamelingen sterrenkundige waarnemingen beschikbaar kwamen. En zo holden astronomen van het ene

project naar het andere, een spoor van nauwelijks geïnterpreteerde onderzoeksgegevens achterlatend.

Datakerkhof Een van de astronomen die niet nalieten te waarschuwen tegen deze verspilling, was prof. dr. Vincent Icke, verbonden aan de Rijksuniversiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam, Jarenlang benauw^de hem de gedachte dat veel wetenschappelijke waarnemingen en onderzoeksgegevens uiteindelijk roemloos zouden eindigen op een datakerkhof vol computertapes. Die vrees voor verstofte data in ontoegankelijke magazijnen behoeft thans echter enige nuancering, zegt hij desgevraagd. Een Nederlandse onderzoeker uit Nijmegen, Utrecht of Leiden, die de gegevens van IRAS wil bekijken, hoeft daarvoor vandaag de dag met meer naar Groningen. Via snelle computernetwerken is het IRASbestand nu op elke denkbare plek te raadplegen. Icke: "Je gaat gewoon achter je computer zitten en piept de foto's op. Je krijgt het plaatje direct op je scherm. Overzichtsmetingen, zoals IRAS die destijds heeft uitgevoerd, zijn daardoor over het algemeen goed toegankelijk geworden. Maar ook wanneer, zoals onlangs gebeurde, een komeet op Jupiter botst, vraag je tegenwoordig gewoon de beelden op." Rekencentra van onderzoeksinstituten zijn inmiddels onderling verbonden door vaste communicatielijnen, waarlangs in een oogwenk gegevens kunnen worden uitgewisseld: het Internet, dat inmiddels honderdduizenden computers aan elkaar koppelt. Veel gegevens die via Internet hun weg naar elders vinden, zijn afkomstig van het onderzoekscentrum C E R N bij Geneve. Dit wereldvermaarde kernfysisch instituut is de plaats waar misschien wel de grootste gegevensbestanden ter wereld worden aangelegd. Miljarden kerndeeltjes v/orden daar geregistreerd. En honderden onderzoekers proberen in die veelheid patronen te ontdekken. Zij onderhouden daarbij nauw contact met hun collega's in soortgelijke onderzoeksgroepen, verspreid over de wereld; uiteraard ook weer via Internet. De automatiseerders in Geneve ontwierpen een manier om tekst, beeld en cijfermatige informatie in onderlinge samenhang toegankelijk te ma-

11

VU MAGAZINE OKTOBER 1994

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 364

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's