GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 59

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

met rookbommetjes, in juni viel er zelfs een dode bij het zogeheten 'bouwvalcoproer'. Nederland stond op zijn achterste benen, maar het bevoegd gezag stak de hand ook in eigen boezem. De Amsterdamse burgemeester Van Hall, verantwoordelijk voor het politieoptreden in de hoofdstad, moest zelfs verdwijnen. Pas daarna begon met name de studentenbeweging - tot dan toe een wat burgerlijke behartiger van studentenbelangen - te politiseren. Dat vond een voorlopig hoogtepunt in de bezetting van het Maagdenhuis, in 1969. Maar wat in het collectieve geheugen van Nederland als misschien wel dè gebeurtenis van de jaren zestig is opgeslagen, noemt Righart niet meer dan een "parodie" op studentenopstanden in onder meer Parijs, een jaar eerder. "De bezetting van het Maagdenhuis stelde echt niets voor", legde Righart in een vraaggesprek uit. "Het was ook een politiek onnodige actie, omdat de democratisering van de universiteiten allang op de rol stond. En het bevoegd gezag had inmiddels geleerd zulke conflicten te managen. Dat was de les van 1966." Righart gaat nog een stap verder: zodra de jeugdcultuur begint te politiseren, is het einde van de jaren-zestigbeweging in zicht. Het generatieconflict is dan voorbij; via de politiek ralcen de generaties met elkaar in gesprek. De vooroorlogse generatie is veranderd - als het ware jonger geworden - en de protestgeneratie wordt ouder naarmate zij meer de politiek wordt ingezogen. "De grap is er dan ook af", aldus Righart. "Je ziet het aan de studentenbeweging: de zaalc begint te vergrimmen, te escaleren en te polariseren." Dat zet de toon van de jaren zeventig. Hadden de jaren zestig nog "een lichte toets", het volgende decennium wordt gekenmerkt door "een grimmige somberheid".

nu de rekening gepresenteerd voor de tolerante houding in de jaren zestig en zeventig. We meenden toen dat dit een blijk van democratische gezindheid was, maar het is een bittere teleurstelling te moeten constateren dat deze tolerantie is uitgelegd als zwakte." Dat was al te simpel gezegd: alsof geweld van krakers en RaRa moet worden toegeschreven aan tolerant overheidsoptreden. Waar is wèl dat RaRa lijnen doortrok die in de jaren zestig en - vooral - zeventig waren uitgezet. En RaRa ging daarin tot het bittere eind. 'MATTE

JAREN'

De jaren zeventig zijn sinds kort weer volop in de belangstelling. Onder meer het weekblad De Groene Amsterdammer en de VPRO-televisie palcten er groots over uit. Duidelijk werd vooral dat de geschiedschrijving van deze tijd in feite nog op gang moet komen; hoe het decennium moet worden geduid staat nog lang niet vast. De jaren zeventig waren nog niet eens voorbij of de eerste duidingen werden al gegeven. Het was in die tijd vooral verguizing die het decennium ten deel viel. Het waren 'matte jaren', werd er geschreven; de 'softe sector' kwam aan de macht en vestigde een ware 'welzijnswerkerscultuur'; het was het 'ik-tijdperk', de tijd van het navelstaren en van het 'recht op luiheid'. Al vroeg in de jaren tachtig kwam een belangrijk deel van spraalcmakend Nederland dan ook tot de slotsom dat het maar goed was dat dit decennium voorbij was. Maar de jaren zeventig waren ook "ontegenzeggelijk de meest linkse jaren die Nederland ooit heeft gekend", schreef De Groene Amsterdammer twee maanden geleden vol nostalgie; het was "een paradijs" zelfs, "een hoogtepunt in de menselijke beschaving". De VPRO-documentaire 'Een monument van ongeduld' (begin november uitgezonden) legde een ander accent. De jaren zeventig werden in beeld gebracht als weinig meer dan een soort 'De jaren zestig - hoofdstuk 2'. Maar terwijl het verhaal over de jaren zestig in luchtige stijl kan worden geschreven, voert in dit tweede hoofdstuk absurdisme de boventoon. 'De verbeelding aan de macht', werd er in de jaren zestig geroepen, en dat klonk vrolijk. Omdat de elite van die tijd zelf ook niet meer wist hoe het verder moest, kon de verbeelding in de jaren zeventig inderdaad aan de macht komen. Maar toen bleek deze weinig anders dan inbeelding te zijn. De meest vreemde opvattingen beïnvloedden het aanzien van politiek Nederland diepgaand. Zoals de gedachte als zou de samenleving maalcbaar zijn en de mens goed. Of de opvatting dat moralisme een bruikbaar politiek richtsnoer is en dat Nederland een gidsland in de wereld moet zijn. Ook volgens de VPRO-documentairemakers hoeven we er geen traan om te laten dat dit tijdperk voorbij is. Dit standpunt sluit aan bij die van Hans Righart, hoogleraar politieke geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. In de jaren zestig draaide het nog niet om politiek, schrijft hij in zijn pas verschenen boek 'De eindeloze jaren zestig'. De aardbeving die de jaren zestig waren, werd veroorzaakt door een generatieconflict dat draaide om 'rock 'n roll, seks en drugs'. Want zó luidde de agenda van de revolutie in die tijd; politiek speelde daarin nauwelijks een rol. In 1966 kwam het conflict tussen de vooroorlogse en de protestgeneratie tot een uitbarsting; in maart werd het huwelijk tussen prinses Beatrix en prins Claus luister bijgezet WETENSCHAP,

CULTUUR

DISSIDENTEN

De jaren zeventig zijn in ieder geval ook het decennium waarin de anti-apartheidsbeweging in Nederland ontstond. De meeste groepen (Anti-Apartheidsbeweging Nederland, Boycot Ontspan Aktie, Werkgroep Kairos, Komitee Zuidelijk Afrika) werden in 1970 of vlak daarna opgericht. Al vrij snel stelden zij zich ten doel economische maatregelen tegen het apartheidsbewind in ZuidAfrika afgekondigd te krijgen. Maar aanvankelijk ontbralc het de beweging aan kracht om de politiek die maatregelen op te dringen. Nederland werd tussen 1973 en 1977 weliswaar geregeerd door het kabinet-Den Uyl - het meest linkse kabinet dat ooit aan het bewind is geweest - maar een boycot van Zuid-Afrika was ook toen een netelige kwestie. Aan het eind van de jaren zeventig had de anti-apartheidsbeweging wel de kracht die nodig was om de politiek onder druk te zetten. Veertig maatschappelijke organisaties (waaronder alle linkse politieke partijen en de FNV) hadden inmiddels hun steun uitgesproken voor het instellen van een olie-embargo tegen Zuid-Afrika. Van het kabinet hoefde de anti-apartheidsbeweging intussen niets meer te verwachten - dat was een CDA-WD-kabinet, onder leiding van Van Agt en Wiegel -, maar de CDA-fractie in de Tweede Kamer herbergde een aantal dissidenten, en dat bood kansen. In juni 1980 leek het uiteindelijk te gaan lukken. Een meerderheid van de Kamer - inclusief dertien CDA-dissi-

es) SAMENLEVING

57

- JANUARIIEEBRUARI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's