GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 14

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Misscliien hebben vliegende msekten niet één vliegende, maar één zeilende voorouder gemeen. via hollende en springende tussenvormen. Ze zijn er nog lang niet uit. Het vliegen van insekten vormt een al even verbijsterend probleem. Van de acht superorden van gevleugelde insekten die uit fossiel materiaal bekend zijn, zijn alleen de Paleodictyoptera uitgestorven. Sommige moderne soorten zijn anatomisch nauwelijks te onderscheiden van gevleugelde insekten van 325 miljoen jaar geleden. Het probleem is dat vleugels al compleet ontwikkeld zijn wanneer ze in het fossiele materiaal opduiken. Als de klimatologische omstandigheden voordien fossilisatie uitsloten - zoals de zeldzaamheid van vleugelloze insektenfossielen uit de betreffende periode suggereert - dan vinden we insekten met halfontwikkelde vleugels misschien wel nooit. Bij gebrek aan een equivalent bij de insekten van Azchaeopteryx (het beroemde vroege gewervelde dier met zowel vogel- als reptielenkenmerken), kunnen biologen alleen maar raden hoe insektenvleugels ontstonden. In 1985 publiceerden de biologen foei Kingsolver en Mimi Koehl een WETENS

nieuwe verklaring: vroege insekten konden met hun vleugels niet vliegen, maar gebruikten ze om zonlicht mee op te vangen. Grotere vleugels, zo bleek uit experimenten van Kingsolver en Koehl met kunstmatige insektenmodellen, stellen insekten namelijk beter in staat hun lichaamstemperatuur te verhogen en te regelen. Pas toen vleugels groot genoeg waren om als draagvlak te dienen, dienden de aërodynamische mogelijkheden zich aan.Al gauw kwamen er alternatieven voor de verklaring van Kingsolver en Koehls. Zoals die van Robbin Wootton en Charles Ellington. Hun insektenmodellen lieten zien dat insekten zelfs met heel kleine vleugelstompjes beter kunnen zweven. De evolutie van vleugels zou dus in principe op alleen het zweefvermogen kunnen berusten. Helaas leken beide hypothesen me weinig geloofwaardig. Geen enkele diersoort gebruikt een geleed aanhangsel enkel en alleen om de lichaamstemperatuur te regelen. En hoewel vleugelstompjes kunnen voorkomen dat een insekt direkt naar beneden valt, kunnen alleen hoogontwikkelde p, CULTUUR

&) SAMENLEVING 12

-

IANUARI/FEBR

insekten met echte vleugels zweefvluchten maken. Het raadsel van de vliegende insekten bleef door mijn hoofd zeuren. Ik wist dat de biologe farmila Kukalovd-Peck aanwijzingen had voor de gedachte dat insektenvleugels mogelijk waren ontstaan uit de beweeglijke, gelede kieuwplaten van in het water levende oerinsekten. Door met hun kieuwplaten te slaan konden die insekten zowel zwemmen als ademhalen onder water. Kieuwplaten konden alle onderdelen leveren die voor vliegen nodig zijn: een plat aanhangsel dat kan bewegen om een scharnier aan de basis, en spieren met een zenuwnetwerk dat een ritmische slag in stand kan houden. Eén vraag bleef over: hoe werden flapperende kieuwen tot flapperende vleugels? MINIDRAMA'S

Ik heb altijd graag met kunstvliegen gevist. De afgelopen jaren heb ik echter meer naar vliegen gekeken dan vissen gevangen. Onvolwassen waterinsekten, of nimfen, leven onder water RI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's