GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 63

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Nederlander een relatief bevoorrechte positie bezat", schrijft Kousbroek in 'Het Oostindisch kampsyndroom'. VACCINATIE

De nostalgie van Kousbroek is een onmogelijk verlangen. Het verlies aan onschuld valt niet meer ongedaan te malden. Kousbroek is zich er heel goed van bewust dat het paradijs gebouwd was op onderdrukking en roofzucht; en dat de toegang aan de Indische bevolking ontzegd was. Dat maal<t de nostalgie tot zo'n dubbelzinnige, heikele aangelegenheid. Het enige wat de schrijver kan doen, is niet de nostalgie weghonen, maar aan die dubbelzinnigheid recht te doen.Op een uiterst persoonlijke wijze beschrijft Kousbroek het nostalgisch verlangen in het recent verschenen boek 'Terug naar Negri Pan Erkons'; een boek dat gebaseerd is op twee reizen, een uit 1979, zijn eerste terugkeer naar zijn geboorteland, en een uit 1994, ter gelegenheid van het mal<en van de film 'Het meer der herinnering'. Hij probeert zo nauwgezet mogelijk de materiële restanten van zijn jeugd op te sporen en te beschrijven. Het terugvinden van het ouderlijk huis, een school, een zwembad roept veel emoties op, maar tegelijk behoudt hij het gevoel dat er iets niet klopt. "Het is alsof de dingen je niet meer binnen willen laten, alsof ze zeggen; je bent er nu wel in geslaagd ons terug te vinden, maar haal je maar niets in je hoofd: jij herinnert je ons nog wel maar wij jou niet, je komt er niet meer in."

op een terrein waar hij niet van af mocht. De vaccinatie tegen ellende had bij hem al plaatsgevonden. En de Japanners waren in zekere zin zelfs verkieslijk boven de internaatsleiding omdat ze zijn gevoelsleven niet onder controle probeerden te krijgen. "Het jaar dat ik in Soengei Sengkol heb doorgebracht is een van de gelukkigste van mijn leven geweest", merkt Rudy Kousbroek op. Het geluk bestond vooral hieruit dat hij herenigd was met zijn vader van wie hij hield en die hij in zijn internaatsperiode zo weinig zag. Gelukkig zijn in het kamp; het klinkt bijna ongeloofwaardig. Het is ook zo volkomen in tegenspraalc met de alle gangbare verhalen over de Japanse kampen. Internering was een gruwel waarover niet ernstig genoeg gesproken kan worden, luidt telkens weer de boodschap. Enerzijds zijn er de verhalen over de mensonwaardige behandeling, anderzijds de waardigheid waarmee men die vernedering wist te doorstaan. Kousbroek vindt die hoogdravendheid misplaatst. De meeste mensen gedroegen zich helemaal niet zo waardig, eerder triviaal en kinderlijk. Tegenover de ellende het geluk in het kamp benadrukken, heeft iets weg van een provocatie. Het laat in ieder geval zien dat je tegen een bepaalde gebeurtenis - het verblijf in het kamp op verschillende manieren kunt aankijken. De gevoelswaarde loopt uiteen. Met wat voor de meesten een vernedering is, gaat een ander veel luchtiger mee om. NUCHTERE

Overigens was die jeugd in Nederlands-Indië vaal<: meer hel dan paradijs. Een groot deel van zijn jeugd bracht Kousbroek door in een internaat waar een 'fijn-Gristelijk' echtpaar de scepter zwaaide. In dat internaat was een enorm arsenaal aan verbodsbepalingen van kracht; de enige zin ervan leek dat ze een maximale hoeveelheid bestraffingen mogelijk maalcten. Soms had hij geen idee waarom hij werd afgeranseld, maar ongetwijfeld had hij dan een verbod overtreden. Het in overeenstemming leven met alle voorschriften was een onbegonnen zaalc. Elke straf was altijd verdiend. De overgang van internaat naar interneringskamp - toen de fapanners het land bezetten - was niet al te groot. De jonge Kousbroek was al gewend onder beroerde omstandigheden te vertoeven WETENSC

KIJK

De gangbare manier om om tegen het kampverblijf en het afscheid van Nederlands-Indië aan te kijken, is het als een 'trauma' te benoemen. De recente vaderlandse geschiedenis is een object van welzijnswerk en geestelijke gezondheidszorg geworden. De gebeurtenissen in het verleden vormen een psychodrama waarvoor therapeutische behandeling vereist is. Het koloniale verleden moet worden 'verwerkt', zoals dat bij een ongelukkige, liefdeloze jeugd het geval is. De emoties moeten weer in balans worden gebracht. Zelfs Volkskrantcolumnist fan Blokker die het welzijnsjargon verafschuwt en ooit vaststelde dat heel Nederland genetisch van de Sociale Academie komt, liet zich in zulke bewoordingen uit. Dat zegt wat. p. CULTUUR

et) SAMENLEVING

-

De getraumatiseerde vraagt om aandacht. Hij wil zijn verhaal kwijt en verlangt dat zijn emoties serieus worden genomen. De psychiater, zeker wanneer die in de traditie van Fieud is geschoold, geeft hem die aandacht, laat op de divan zijn patiënt eindeloos vertellen. Het is niet de taak van de therapeut het waarheidsgehalte van het verhaal in twijfel te trekken. Als het verhaal niet 'objectief' waar is dan is het in ieder geval waar voor de betrokkene; en dat is het belangrijkste. Die vorm van traumaverwerking heeft nadelen. Het slachtoffer is juist door zijn lijden interessant geworden, heeft aandacht gekregen. Mensen luisteren met eerbied en ontzag naar zijn wederwaardigheden. Hij vraagt om bevestiging van het feit dat het heel ernstig is wat hij heeft doorgemaal<:t, en krijgt die doorgaans ook. Dat maal<:t het verleidelijk er een schepje boven op te doen; bewust of onbewust hier en daar wat te overdrijven. Een slachtoffer spreekt men niet tegen. Zoiets getuigt van een gebrek aan respect. Het probleem kan aldus steeds grotere proporties aannemen. Er is nauwelijks nog een oplossing of uitweg mogelijk. De therapeutische aanpak is contra-produktief wanneer het slachtoffer zich gaat hechten aan zijn ongeluk. De ellende heeft hem interessant gemaalct en aandacht voor zijn persoon afgedwongen. Hij kan er niet meer van af, wil dat misschien ook niet. Rudy Kousbroek is een fervent tegenstander van de bemoeienissen van psychiaters met het nationale verleden. Hij verdenkt ze ervan al te gretig hun patiënten een syndroom aan te praten. Toch is ook Kousbroek een psychotherapeut van het koloniale trauma, zij het een onorthodoxe. Ook zijn soms felle, polemische geschriften vormen een bijdrage in de verwerking van een verleden dat pijn doet. De geschriften van Kousbroek kunnen vergeleken worden met een betrekkelijke nieuwe stroming in de psychotherapie: de rationeel-emotieve therapie (RET). Die vorm van therapie veronderstelt dat problemen door een nuchtere kijk op het leven kunnen worden opgelost. Het is in wezen de psychologie van het gezonde verstand. Een irrationele benadering van een probleem dient te worden vervangen door een rationele. En het begrip 'rationeel' heeft daarbij vooral een pragmatische betekenis: rationeel is alles wat het geluk in het leven bevordert.

JANUARI/FEBR UARI

1996

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's