GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 384

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 384

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

artsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De situatie van de gemiddelde huisarts is er, ondanks de inspanningen van deze organisaties, volgens hem niet beter op geworden. "Je kunt reguleren en protocolleren wat je wilt", meent Bosboom, "maar wie meent dat je daarmee alles kunt oplossen, is naïef. In de dagelijkse praktijk van de arts-patiëntrelatie spelen veel meer zaken een rol dan de puur medische argumenten om al dan niet tot een behandeling te besluiten. De communicatie tussen huisarts en patiënt wordt bepaald door een kluwen van factoren, die slechts voor een deel beïnvloedbaar zijn." Behalve de voorgeschiedenis van de patiënt en diens gezins- en werkomstandigheden zijn dat bijvoorbeeld ook wederzijdse gevoelens van sympathie en antipathie - zaken die eigenlijk niet passen binnen een objectieve besluitvorming, maar die volgens Bosboom toch een rol spelen. Dan zijn er de botsende belangen tussen de huisarts als 'belangenloos' medicus aan de ene, en als ondernemer aan de andere kant. "De vraag die zich steeds opnieuw opdringt", zegt Bosboom, "luidt als volgt: in hoeverre ben je bereid concessies te doen aan je eigen taakopvattingen als huisarts, en laat je je sturen door een patiënt die dingen van je eist die je als arts ongewenst acht, omdat je nu eenmaal financieel afhankelijk bent van zo iemand?" Nog een gevoelig punt: de defensieve opstelling jegens de buitenwereld die veel huisartsen er, door schade en schande wijs geworden, op nahouden. De angst om te falen zit er diep in, en staat volgens Bosboom een objectieve diagnose en therapiekeuze zonder aanziens des persoons in de weg. "Neem nu een patiënt die bij je komt met iets dat er uitziet als een verstuikte enkel, en waarvan je, keurig en volgens het protocol, met negenennegentig procent zekerheid een fractuur weet uit te sluiten. Stel dat de patiënt blijft aandringen op het maken van een foto, en jij weigert toe te geven, terwijl later blijkt dat er toch van een fractuurtje sprake is geweest; dan hang je als huisarts. Velen dekken zich daartegen in door meteen maar toe te geven aan de verlangens van de patiënt." Die patiënt, zo meent Bosboom, verwacht dikwijls een soort medische superman aan te treffen in de spreekkamer, terwijl de huisarts bovendien maar al te vaak zijn best lijkt te doen dit imago in stand te houden. De 'aangeboren' fysieke en psychische opofferingsgezindheid van huisartsen is niet alleen spreekwoordelijk. Bosboom: "Je moet er toch niet aan denken wat er allemaal fout kan gaan als de huisarts er, na een vermoeiende nachtdienst, de volgende ochtend weer voluit

24

WCS SEPTEMBER I996

tegenaan moet en nog eens tien, twaalf uur in touw is?" Een dergelijke situatie is volgens Bosboom aan de orde van de dag, en wordt nauwelijks serieus ter discussie gesteld. "Waar de overheid met behulp van een rijtijdenbesluit en soortgelijke regelgeving bepaalde beroepsgroepen tegen zichzelf in bescherming neemt, worden dergelijke keuzen in onze beroepsgroep geheel aan de verantwoordelijkheid van de dienstdoende arts en de Landelijke Huisartsen Vereniging overgelaten. Maar de LHV zal dit zeker niet gaan regelen, want die wil niet ingaan tegen de belangen van haar leden als ondernemers." Emotionele uitputting Patrick Bosboom is een van de zevenduizend Nederlandse huisartsen. Voelen zij hetzelfde als Patrick Bosboom? De constatering dat de spreekkamer van de huisarts het brandpunt is van vele, soms conflicterende belangen in de gezondheidszorg is nauwelijks verrassend te noemen. De druk van patiënten, specialisten, verzekeraars, beroepsverenigingen, bedrijven en overheden op huisartsen neemt echter toe, luidt de boodschap. "Wie luistert naar huisartsen", zo valt te lezen in de discussienota 'De wereld verandert en de huisarts verandert mee' van de LHV uit 1995, "hoort alom dat het werk er niet gemakkelijker en rustiger op wordt. De druk vanuit de samenleving neemt toe. Overvolle wachtkamers, veeleisende patiënten, afgedwongen verwijzingen, oneigenlijke hulpvragen tijdens de diensten, sociale vraagstukken waar je als huisarts weinig of niets aan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 384

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's