GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 392

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 392

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Een pad van gele bladeren

1

i

^.^ - * ^ ••h<»:m^;.^^mi^i^^0Ê^iyiMfÊff^

'^^•i

* V-

r^-'-^.'^^^^^s^i^j

^^

%^fe *",A^

"•"' c^s^^^l

fe-'

'umi

^ •• ••-• -«*^'.ig^-5< !•-•"¥••ƒ.,;•• V '

\ ^ ^ P

Mangabey met boek.

Hoewel we andere primaten als primitief voorstellen, ervaren we ook, met een ongemakl<elijl<heid die we vaak achter humor verbergen, hun nauwe verwantschap met ons hoogstaande zelf.

Tekst: Stephen Jay Gouid / Foto's: Rosamond Purcell

Oedipus redde het omdat hij inzag dat opeenvolgingen niet noodzakelijk een rechte lijn volgen maar ook best een kring kunnen vormen: cycli in plaats van de pijl van de tijd. Toen zijn leven aan een zijden draad hing, keek Oedipus in de spiegel en loste het raadsel van de Sfinx op. Zijn reactie kwam voort uit het besef dat de mens zich eerst van de aarde verheft maar later weer terugzinkt: als kruipend kind gaat hij op vier benen, als trotse volwassene op twee, en op hoge leeftijd, gebogen en steunend op een stok, op drie. Ergens in de loop van de Westerse geschiedenis, in de zeventiende eeuw en daarna, toen vooruitgang het overheersende denkbeeld werd, raakten we dit inzicht in de mogelijke ingewikkeldheid van tijdsvolgorden kwijt. Hoewel de evolutie in de ogen van de wetenschap een proces is van richtingloos

32

WCS SEPTEMBER 1996

vertakken en geslinger, stellen we ons door onze culturele vooroordelen de geschiedenis van het leven voor als een progressieve voortgang naar beter en hoger. Wat is bekender dan de afbeelding waarop een voorovergebogen aap leidt tot een half opgerichte mensaap, om te culmineren in een rechtop lopende mens (meestal, vanwege een ander en meer rechtstreeks vooroordeel, een blanke man in pak)? Rosamond Purcells moderne parodie op dit verkrampte vooroordeel brengt Oedipus' inzicht weer aan het licht. Purcell heeft drie primatenskeletten in de omgekeerde volgorde gezet: de aap vooraan, daarachter de mensaap, en de mens als hekkensluiter. De betrokken exemplaren, afkomstig uit collecties van het Utrechts Universiteitsmuseum, zijn buiten, op de binnenplaats van de Universiteitsbibliotheek, op een pad van gele bladeren gezet. (Purcell nam deze foto's in de late herfst, en haalde een zak gele bladeren van een ginkgoboom uit de buurt om het pad het gewenste aanzien te geven. Deze bladeren vormen de moderne getuigen van een interessante historische periode waarin Japan, toen nog een gesloten land, jaarlijks alleen een paar Nederlandse schepen toeliet die samen Japans totale buitenlandse contact uitmaakten. De boom, die nu meer dan twee eeuwen oud is, werd gekweekt uit een Japanse kiemplant die in deze periode van minimale kruisbestuiving werd geïmporteerd.) De aap vooraan leidt de processie in de conventionele houding met gebogen knieën, kromme rug en uitgestrekte armen. De mensaap, rechterop en minder krom, loopt als gewoonlijk in het midden. Maar het menselijke wezen, het skelet van een man met Engelse ziekte (een vitamine-D-gebrek dat tot ernstige verkromming van de ruggegraat kan leiden) demonstreert uitbundig en in overdreven vorm de conventionele tekenen van 'primitieve' aapachtigheid: de knieën nog verder gebogen en de rug nog krommer. Uit onvermogen achteraan, zo lijkt me, sleept hij zich langzaam voort, steunend op de 'wandelstok' die zijn skelet in de museumcollectie overeind houdt. Oedipus bewaarheid, en waarom ook niet? Uiteindelijk leidt de gele klinkerweg (in het verhaal van de gelijknamige tovenaar) van Oz naar Kansas, en niet van primitiviteit naar de Parnassus. Hoewel we andere primaten als primitief voorstellen, ervaren we ook, met een ongemakkelijkheid die we vaak achter humor verbergen, hun nauwe verwantschap met ons hoogstaande zelf. Zo pogen we onszelf, met een ander conventioneel beeld, gerust te stellen door apen in een bij uitstek menselijke situatie af te beelden om vervolgens te lachen om de ongerijmdheid. (Of zouden we in werkelijkheid een ongemakkelijke omkering verbeelden om onze pretenties belachelijk te maken?) Kennen we niet allemaal het beeld van een aap in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 392

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's