GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 386

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 386

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

geholpen wil worden. Ik informeer naar zijn naam. Het gaat om een patiënt, die ik al jaren ken en die zelden komt. De assistente laat de man naar de onderzoekkamer gaan. Hij is wanhopig. Na een ruzie om een futiliteit heeft zijn vrouw het huis verlaten om bij familie onder te duiken. Gisteren kon hij nog net niet de moed vatten om van een brug te springen. Nu wil hij opgenomen worden in een psychiatrisch ziekenhuis. Het is bittere ernst. Bij de riagg krijg ik een antwoordapparaat. Via de rijkspolitie laat ik de dienstdoende medewerker van de crisisdienst oproepen. Het is bijna half elf. wanneer de laatste van de 28 patiënten is geholpen. Samen met Myra drink ik voor de tweede maal koffie. We spreken de visites door, soms moet ik een spoedrecept tekenen en meestal zijn er wel enkele vragen of mededelingen. Mevrouw Oomen heeft opgebeld over de rekening. Er is één consult dubbel berekend, omdat ze bijna een half uur nodig had voor een zestal klachten; volgens haarzelf was ze echter nog geen kwartier binnen. John van Loon heeft pijn bij het plassen, maar zag geen kans op het spreekuur te komen. Dat is niet de eerste keer; ik wil hem vandaag niet meer zien en vind het voldoende, wanneer zijn urine wordt nagekeken. Een onderzoeksbureau uit Den Haag heeft opgebeld met de vraag of ik wil meewerken aan een telefonische enquête "van slechts vijf minuten" over botontkalking bij oudere vrouwen; zoals gebruikelijk weiger ik. Tenslotte wil een of andere man, die nu nog in militaire dienst zit, bij ons patiënt worden. Hij kampt met rugklachten en wil vandaag nog een verklaring. Overigens vindt de man het niet noodzakelijk, dat hij door een arts wordt gezien. Dit soort mensen is geen verrijking van het patiëntenbestand en ik verwijs hem naar een collega, die veel dichter bij hem woont. Bovendien is mijn praktijk gesloten voor nieuwe patiënten. Ik heb twee uur om zes visites te rijden. Dat moet voldoende zijn, maar helaas loopt het eerste bezoek al uit. mijnheer Rijnders heeft al jaren prostaatklachten, maar durft er niet over te praten. Zijn invalide vrouw heeft de diagnose zelf gesteld na het lezen van een artikel in de krant. Ik krijg het stuk direct na binnenkomst in mijn handen gedrukt. Samen proberen wij de man te motiveren voor een onderzoek op de praktijk. Onderwijl komen er allerlei andere klachten naar voren en wanneer ik drie kwartier laten het appartement van het echtpaar verlaat, weet ik ook zo'n beetje alles over de vier kinderen en schoonkinderen.

26

WCS SEPTEMBER

1996

Woordvoerder Paul Wouters van de Landelijke Huisartsen Vereniging heeft ook geen harde cijfers tot zijn beschikking, maar spreekt van een "sterke indruk" dat het vak de afgelopen jaren "aanzienlijk zwaarder" is geworden. Wouters: "Eerder dit jaar voltooiden we een rondgang langs onze districten. Toen deden we onze indrukken op. Die toegenomen drukte heeft overigens niet zozeer te maken met het toegenomen aantal consulten, als wel met de duur ervan en de ingewikkeldheid van de problematiek. Er komt tegenwoordig nogal wat op huisartsen af. Onze bevindingen zijn natuurlijk niet echt wetenschappelijk, maar het is wel een overal terugkerend beeld." Metamorfose Los van de vraag of de werkdruk nu toeneemt of niet, is iedereen het erover eens dat het vak huisarts de afgelopen decennia een metamorfose heeft ondergaan. De huisarts is allang niet meer de notabele die in zijn dokterskoets de welgestelde zieken in de omtrek met een bezoek vereert. Huisbezoeken komen steeds minder voor. In zijn praktijk heeft de huisarts alle faciliteiten binnen handbereik. De mogelijkheden voor diagnostisering en behandeling zijn enorm uitgebreid. Op last van de overheid dient de hedendaagse huisarts als 'poortwachter' voor de dure tweedelijns-gezondheidszorg: de specialistische hulp. De huisarts dient de specialist met zo weinig mogelijk patiënten op te zadelen. Dat lukt aardig. In zes procent van de gevallen, betrekkelijk weinig vergeleken met andere landen, schrijft de Nederlandse huisarts een ver-

De tijd, die ik bij mijnheer en mevrouw Rijnders verloren heb, win ik bij de drie controle-visites. Met als leuze "ik ga er niet logeren" drink ik nooit koffie of- zoals de voorganger dat deed sherry bij patiënten. Zeker bij enige tijddruk mogen visites niet uitlopen. Vanochtend eindig ik de reeks bezoeken bij mijnheer Van Hoorn, een even bedeesde als aimabele man met longkanker, die vermoedelijk nog maar enkele maanden te leven heeft. Zijn huwelijk is kinderloos gebleven, waarna zijn echtgenote in het psychiatrische circuit is beland. "Het had allemaal wat florissanter gekund", vertrouwde de man mij onlangs toe. Vorige week had ik een bijscholing over stervensbegeleiding en een overenthousiaste collega leerde ons, dat de vraag "waar maakt u zich de meeste zorgen om" wonderen doet. Dit leek mij bij uitstek de kans om de theorie in de praktijk te brengen en het gesprek met deze vraag op gang te brengen. "Dat ik doodga heb ik geaccepteerd, dokter, maar ik ben zo bang voor

de pijn en de benauwdheid!" Men beweert zo gemakkelijk, dat pijn altijd te bestrijden is zonder te wijzen op de bijwerkingen van zware pijnstillers. En bij benauwdheid heb ik nog minder te bieden. Ik probeer mijnheer Van Hoorn voor zover mogelijk gerust te stellen. Aan valse beloftes heb ik een hekel. Het is niet altijd gemakkelijk om een weg te vinden tussen het oprakelen van de waarheid en het verzwijgen ervan. Op het eind van het gesprek klaagt de man over een intense moeheid sinds de laatste bestraling. De tijd begint te dringen en ik zoek mijn toevlucht in een medische handeling, het beluisteren van zijn longen en het hart. Onderwijl is mevrouw Van Hoorn binnengekomen en terwijl ik mijn stethoscoop nog in de oren heb, hoor ik haar enthousiast uitroepen: "maar hij eet de laatste tijd zó geweldig, dokter... oh, wat eet mijn man de laatste tijd weer goed!" De middagpauze is van kwart over twaalf tot kwart over één. Daarna begint het telefonisch

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 386

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's