VU Magazine 1997 - pagina 104
Henk Maassen en Paul Ophey
Leven zonder pijn lijkt een prettig vö^ te kunnen voelen? Levensgevaarlijk, zo blijkt. Het nut van pijn geïllustreerd aan de hand van de man die geen pijn voelde.
Er was eens een Canadese dame van wie het verhaal ging dat ze nooit niesde of hoeste en nooit pijn had gevoeld. Ze kon zonder een spier te vertrekken haar hand in het vuur steken, in koud water springen en elektrische schokken ondergaan. Haar knieën, heupen en ruggengraat waren in de loop der tijd zodanig misvormd dat ze geleidelijk verlamd raakte en daaraan uiteindelijk overleed. Ze was toen 29 jaar. Net een maand daarvoor had ze gezegd een gevoelige heup te hebben. Het was voor het eerst in haar leven dat ze pijn voelde. Deze Canadese dame was ter wereld gekomen met een aangeboren ongevoeligheid voor pijn, ook wel bekend als congenital insensitivity to pain. Mensen die dit ziektebeeld hebben, zijn over het algemeen volledig ongevoelig: ze kunnen, om het met een understatement uit te drukken, heel goed tegen kietelen. Voor menigeen zal een leven zonder pijn op het eerste gezicht een prettig vooruitzicht lijken. Maar dat is een illusie. Wie geen pijn kent, moet altijd op zijn hoede zijn. Levensgevaarlijke situaties worden niet of onvoldoende opgemerkt, en, als het om een aangeboren afwijking gaat, ook niet herkend. Volgens de Nijmeegse kaakchirurg Ralph Voorsmit zijn er nog twee categorieën van gestoorde pijnzin te onderscheiden: verworven ongevoeligheid voor pijn en aangeboren onverschilligheid voor pijn. Verworven ongevoeligheid treffen we bij onder andere lepra-patiënten aan.
Eén van dë'reaenen waaro hun vingers en tenen verliezen is dat ratten ze 's nachts komen aanvreten. Omdat ze geen gevoel in hun handen en voeten hebben, merken ze dat in hun slaap niet
Casuïstiek ~' Er is inmiddels een honderdtal soortgelijke gevallen bekend van mensen met het syndroom van congenital indifference to pain: aangeboren onverschilligheid ten
f
beeld, waarbij de patiënt pijnlijke prikkels niet als zodanig ervaart en derhalve niet adequaat kan reageren op deze prikkels. Deze patiënten zijn, zoals bij ongevoeligheid voor pijn wèl voorkomt, in geen geval geestelijk gehandicapt, hysteriJ of psychisch gestoord, ofschoon hun dïk^ wijls geschonden uiterlijk dat soms wel doet vermoeden. Neurologisch onderzoek geeft, afgezien van de onverschilligheid tegenover pijn, geen afwijkingen te zien.
Pimi
lArtriMjl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997
VU-Magazine | 434 Pagina's