GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 311

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 311

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Persoonlijk heb ik dat verstikkende, die onvrijheid, nooit zo ervaren. iVüsschien heb ik het geluk gehad dat ik de eerste drie jaar van mijn analyse in Parijs heb gehad. Ik heb mijn analyticus daarna nog wel enkele malen teruggezien, maar ik kan niet zeggen dat hij enige druk op mij heeft uitgeoefend. Maar in algemene zin begrijp ik het verschijnsel wel: een analyticus in een club die een zekere macht bezit, kan bewust of onbewust een paar van zijn leerlingen zijn wensen laten realiseren."

Vereniging, met de leeranalytici die aankomende leden in analyse hadden, de oudere mensen die in het bestuur zaten. Er ontstaat dan een dynamiek die goed vergelijkbaar is met datgene wat zich in gezinnen afspeelt. Op die manier kun je dat proces zeker analyseren. Alleen doen de betrokkenen in het heetst van de strijd dat zelf niet. Bij iedereen vermoedt men verborgen motieven en complexen, behalve bij zichzelf. Heel onanalytisch eigenlijk."

Als je de geschiedenis van de psychoanalyse in georganiseerd verband bekijkt, is dat vooral een geschiedenis van verkettering, van uitstoting en zuivering. "Je zou kunnen zeggen dat die mentaliteit al bij Freud zelf begint. Hij was een heel gepassioneerde man: als je niet helemaal voor de psychoanalyse gaat, lig je eruit. Verder waren er leerlingen die meenden dat ze buitengewoon trouw moesten zijn aan de meester, en iedere afwijking van diens woord als een vorm van verraad beschouwden. Daardoor zijn er heel wat mensen aan de kant komen te liggen. Bovendien had Freud het gevoel tezamen met zijn geestverwanten een kleine minderheid te vormen in een grote, enigszins bedreigende wereld. Hij had de neiging om de club van psychoanalytici te beschouwen als een echte vechtclub. Wie daar niet aan mee deed, lag er uit. Het is wat P. C. Kuiper eens schreef over psychoanalytische verenigingen: 'Die wondere combinatie van wetenschappelijke verenigingen, gilden en conventikels, sekten met alle dierbaarheid daaraan eigen, de extremen met alle mogelijke tussenposities.' Maar nu zijn het gelukkig wat nuchterder en zakelijker clubs geworden."

Zijn zulke conflicten een uitdrukking van het onvermogen om volwassen te worden, om los te komen van hindingenl "Mijn leeranalyticus die ik erg mag en veel voor mij betekend heeft, was de zoon van een beroeinde vader. Zoiets kan een verpletterend gewicht zijn. Daarna was hij een vurig aanhanger van facques Lacan, de meest toonaangevende psychoanalyticus in Frankrijk. Het zou best kunnen dat hij zijn vader heeft ingeruild voor Lacan, en die was ook al niet de gemakkelijkste. Dat is allemaal speculatief, maar ik kan mij voorstellen dat je een overstap maakt van een gezin naar een organisatie. Misschien zou dat niet mogen, maar zo gebeurt het vaak wel."

Verkettering en uitstoting komt in elke organisatie voor, maar ik heb de indruk dat het in psychoanalytische organisaties aanzienlijk erger was dan gemiddeld. "Op een werkplek als de universiteit is de afstand tussen het werk dat je doet en de persoon die je bent veel groter dan in de psychoanalyse. Daar zijn mensen heel sterk persoonlijk bij hun werk betrokken. Emoties horen erbij. Bovendien is het niet zo dat iemand die een psychoanalyse ondergaan heeft, daardoor ook in moreel opzicht een beter mens is geworden. Maar je moet niet overdrijven. Het verenigingswerk, met alle onderlinge twisten die daarbij behoorden, was wel belangrijk, maar de gewone leden gingen hun dagelijkse gang, die waren niet zo met al die twisten in de weer."

Door de orthodoxie heeft de psychoanalyse in Nederland zich inhoudelijk nauwelijks kunnen ontwikkelen. "Dat is een gevoelig punt. In mijn boek heb ik een bibliografie opgenomen die qua lengte wel indrukwekkend is, maar qua inhoud veel minder. Er bestond een zekere druk over wat wel en wat je niet mocht schrijven en zeggen. Er waren dissidenten binnen de psychoanalyse, zoals Melanie Klein of Karen Homey, en wie hen citeerde, maakte zichzelf niet populair. In de Psychoanalytische Vereniging was een belangrijke groep die bepaalde wat wel en wat niet mocht. De allerbelangrijkste persoon was feanne Lampl-de Groot. Haar mening was heel belangrijk, en maar weinig mensen wilden ook bij haar uit de boot vallen. Mevrouw Lampl had zo'n gezag omdat zij een sterke persoonlijkheid bezat en vooral ook omdat zij bij Freud in analyse was geweest, en Freud zelfs een van haar eerste werken geciteerd heeft."

Kwamen die conflicten voort uit aanhankelijkheid aan Preudl "Er waren zeker mensen die het als hun taak en plicht zagen om het zuivere freudiaanse gedachtengoed door te geven. Dat heeft tot een bepaalde onverdraagzaamheid geleid." Is die aanhankelijkheid aan Preud zelf ook weer niet op psychoanalytische wijze te verklaren, als een vorm van vaderbinding bijvoorbeeld! "O, maar dat kan! In de Psychoanalytische Vereniging maakten een paar oudere vrouwen de dienst uit, die een soort moederrol vervulden naast vader Freud. Er zat iets oedipaals in de

"Een analyticus in een club die een zekere macht bezit, kan bewust of onbewust een paar van zijn leerlingen zijn wensen laten realiseren."

Verschaft persoonlijk contact met de meester een aural "Het feit dat mevrouw Lampl bij hem in analyse is geweest, droeg zonder twijfel bij aan haar prestige. De psychoanalyse is heel sterk gebonden aan de persoon van Freud. Dat is zowel haar sterke als haar zwakke kant. Een wijsheid luidt: een wetenschap die haar stichter niet vergeet, is verloren. Dat is zeker waar. Maar via mevrouw Lampl is de psychoanalyse in Nederland heel lang gebonden gebleven aan Freud. Ik vind zelf

wcs

SEPTEMBER/OKTOBER

1997

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 311

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's