GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 436

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 436

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

De voormalige slaaf hield namelijk een pleidooi voor de slavernij. Evangelische vrijheid was geestelijk, oreerde hij, en kon heel goed samengaan met lichamelijke slavernij. Ja, een rechtvaardige en zachte slavernij was zo kwaad nog niet. Als de slavernij onder de christenen weer werd ingevoerd, zou dat de maatschappij van heel wat bedelaars en leeglopers verlossen. Nee, concludeerde hij, de slavernij is niet strijdig met het christendom en dus geen beletsel om het evangelie uit te dragen. Twee bewindhebbers van de West-Indische Compagnie die zich onder zijn gehoor bevonden, stootten elkaar eens aan. Laat deze moor het evangelie maar aan zijn volk verkondigen, zei de een. Daar kunnen wij alleen maar beter van worden, zei de ander. Capiteins verhandeling over christendom en slavernij werd gedrukt, met zijn portret en een versje van zijn vriend Brandijn Ryser: Aanschouwer zie deez' Moor! zijn vel is zwart: maar wit zijn ziel, daar Jezus zelf als Priester voor hem bidt. Hij gaat Geloof, en Hoop, en Liefde aan Mooren leeren, Opdat zij, vntgemaakt, met hem het Lam steeds eeren.

60

wcs

NOVEMBER/DECEMBER

1998

Zelf liet Capitein zich op het gebied van de rijmkunst ook niet onbetuigd. Nadat Johan Manger in 1741 was overleden, wrochtte hij een lofdicht van 80 regels, in het Latijn, op zijn oude leermeester. En zijn aankomst als kind in Middelburg bewoog hem tot de strofe: Dit land ontving mij eerst uit Afrika gekomen Hier zagen wij verheugd het einde van de reis. Ons, afgemat door lang te sukk'len op de stromen, Was Middelburg de deur tot Neerlands paradijs.

In het jaar waarin hij afstudeerde werd hij beroepen tot predikant van St. George d'Elmina aan de Goudkust, waar hij op 8 oktober 1742 op het strand naast het kasteel werd afgezet. Zijn traktement was honderd gulden per maand plus een rantsoen van 12 pond vlees, 6 pond spek, 4 kan bonen, 4 kan erwten, 4 kan gort, I 1/8 kan olie en 3/4 kan azijn. Hij kreeg het geld overigens niet in handen, want om te voorkomen dat haar ambtenaren weer snel de benen namen, hield de Compagnie twee jaar salaris in, dat zij pas bij terugkeer in Holland kregen uitbetaald. Een jaar na aankomst verzocht hij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 436

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's