GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 469

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 469

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN DRUK

Gerrit Manenschijn, 'Alleen het verbodene lokt — seksualiteit en moraal in een postmoderne cultuur'. Ten Have, f 3(),()o.

Een bekend cliché luidt dat sinds de jaren zestig de seksualiteit tot de privésfeer behoort. ledere burger doet waar die zin in heeft, een publieke moraal is hier misplaatst, de staat heeft geen taak als zedenmeester. En zoals het vaker is met clichés: ze zijn niet helemaal onwaar, alleen nogal eendimensionaal. Tegelijk met de 'bevrijding' van de seksualiteit, stuitten we namelijk hardhandig op de grenzen van de seksuele vrijheid: pedofilie en incest. Je hoort maar weinig mensen zeggen dat zulke voorkeuren uit de taboesfeer moeten worden gehaald en dat we ons daar verder niet mee mogen bemoeien. Tegen zulke vormen van seksualiteit bestaat een algemene weerzin, zelfs bij mensen die er voor het overige weinig moeite mee hebben wet en moraal pootje te lichten. In gevangenissen moeten delinquenten op het terrein van seksueel misbruik soms opgesloten worden in aparte afdelingen, om ze te beschermen tegen de woede van hun collega-criminelen. Het duidt erop hoe diep geworteld de afkeer is. Maar vanwaar eigenlijk dat verbod op pedoseksualiteit en incest? De ethicus Gerrit Manenschijn heeft een uitvoerige poging gedaan die vraag te beantwoorden, en dat levert een belangrijk, zeer verhelderend boek op. In de eerste plaats probeert hij een verklaring te vinden voor het ontstaan van het ineesttaboe. Hij laat diverse verklaringen de revue passeren om uiteindelijk uit te komen bij de evolutiebiologie. De verklaring luidt als volgt: toen de mens uit de bossen kwam, in de veel kalere savannen, leek hij een willoze prooi voor roofdieren. Om die roofdieren te kunnen aftroeven, moest de mens zich kunnen ontwikkelen door slimheid, een toenemende herseninhoud. Dat is alleen mogelijk door een 'herverdeling' van

Intrinsiek slecht genen; praktisch gesproken, door niet binnen maar buiten de eigen groep te trouwen en kinderen te krijgen. Het taboe op incest was een noodzakelijke voorwaarde voor de mens om te kunnen overleven. Niemand is zich in het dagelijks leven echter zo bewust van de 'oorzaak' van dit verbod. Het taboe doet zich voelen als een raadselachtige kracht, die, eerlijk gezegd, niet meer van deze tijd is. Er vallen heel zinnige redenen aan te voeren om het incestverbod van zijn rigiditeit te ontdoen. Nu seksualiteit en voortplanting voor een deel ontkoppeld zijn, hoeven we niet meer bang te zijn voor inteelt. In een tijdperk waarin het mondige, autonome individu dat voor zichzelf uitmaakt wat goed en kwaad is, het uitgangspunt voor het ethisch denken vormt, is een absoluut verbod volstrekt misplaatst. Stel dat vader en volwassen dochter, met volledige wederzijdse instemming een seksuele relatie aangaan waar zij beide veel lust aan beleven? Daar is eigenlijk helemaal niets tegen. Behalve dan dat het weerzinwekkend is en niet te tolereren valt. Onze intuïtie wint het hier van het verstand.

hedendaags criterium voor morele aanvaardbaarheid suggereert - verwerpelijk vanwege de directe schade die het aan mensen toebrengt, maar omdat het intrinsiek slecht is; overal en altijd. Op bepaalde zaken in het leven loopt onze kritische zin stuk. Het incestverbod is niet iets - wat het hedendaagse ethisch vertoog ons voorspiegelt - waar we uit persoonlijke, vrije wil voor kiezen, maar iets dat we als een onontkoombare plicht ervaren. En wanneer we die plicht verzaken, voelen we diepe wroeging - een teken van de kracht van de moraal. We kunnen niet anders, ook al weten we nauwelijks waarom we niet anders kunnen. Het belangrijkste antwoord op de vraag waarom incest niet mag, zal altijd blijven luiden: omdat het niet mag! Het gevoel van walging spreekt de waarheid, (KN)

Alleen het verbodene l o k t Seksualiteit en moraal in een postmoderne cultuur

Het aardige van Manenschijn is dat hij dwars tegen de hoofdstroom van de hedendaagse ethiek ingaat die vindt dat rationele argumentatie onze emotie haar plaats moet wijzen. Bij Manenschijn is het eerder omgekeerd: voor onze intuïtie bestaan goede redenen. Hij laat zien dat de belangrijkste waarden niet logisch te funderen zijn. Hij laat ook zien dat de harde kern van de moraal niet onderhandelbaar is; op het incestverbod zijn geen uitzonderingen mogelijk. Incestueus gedrag is niet - zoals een belangrijk

wcs NOVEMBER/DECEMBER 1998

93

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 469

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's