GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 24

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Landleven Onlangs kreeg ik van een kennis een exemplaar van het tijdschrift 'Landleven' cadeau, een 'kleurrijk magazine voor de vele liefhebbers van het buitenwonen en het buitenleven'. Al zappend langs de pagina's vol mooie fotografie en opgewekte teksten, viel ik ten prooi aan een gevoel van vertwijfeling. Waar vind je dat landleven dat zo gloedvol beschreven wordt? In Nederland? Nee, toch? Ik woon al 28 jaar 'op het land', maar zo romantisch als het buitenwonen in 'Landleven' wordt voorgesteld, is het bij lange na niet. De beeldvorming deugt niet. Mensen die op bezoek komen roepen eensgezind uit hoe mooi, hoe groen, hoe stil, hoe fantastisch het bij mij is. Jaja, knik ik dan, want het is vergeefse moeite te vertellen hoe het 'buiten' toe gaat.

24

wcs

JANUARI/FEBRUARI

1998

De werkelijkheid is dat het leven op het land een voortdurende strijd is tegen de natuur en, als je even niet oplet, tegen je medemens. Overleven op het platteland kun je alleen als je hard werkt, voortdurend attent bent en je vakantiegeld spendeert aan de wapens die je nodig hebt om aanvallen af te slaan. Een paar voorbeelden. Vliegen, muggen, spinnen, mieren en pissebedden dringen je huis binnen. Orenkruipers nestelen zich in je brievenbus. Bladluizen zuigen je rozen dood, slakken, rupsen en emelten knagen je jonge plantjes kapot. De ene plaag is nog niet uitgewoed of de andere steekt de kop op. In de boeken wordt het ecologisch evenwicht als panacee voorgesteld. Ik merk er weinig van. Mijn boomgaard is het meest ecologisch evenwichtige stukje grond in de wijde omtrek - zelfs de krekels zijn teruggekeerd - maar de fruitmot, die verantwoordelijk is voor wormstekige appelen, is niet klein te krijgen. Tenzij je de natuur een beetje helpt en de bomen besproeit met bepaalde virusdeeltjes. En het zijn niet alleen insecten en andersoortig klein spul die het leven van een landman vergallen. Neem de mol. Een vertederend mooi zoogdiertje (vind ik). Toch ben ik met dit beest al vele jaren in een uitzichtloze oorlog verwikkeld. Stukje bij beetje werd mijn erf ondergraven. Geen steen, geen tegel lag meer horizontaal. Een half jaar geleden heb ik een wegenbouwer laten komen. Twee weken lang is er gegraven, puin gestort, getegeld, gestraat, zand-cementmengsels toegepast, wegendoek gelegd (tegen mollen!) tot het erf er weer stevig en netjes uitzag. 'Je kunt er een tank overheen laten rijden,' zei de wegenbouwer. Hij had zijn hielen nog niet gelicht of de eerste molshoop verscheen. Die rust, die stilte op het platteland. Ook zo'n misvatting. Gelukkig wordt in mijn gemeente de zondagsrust in ere gehouden, zodat het inderdaad één dag

in de week stil is. En laat dat nou net de dag zijn waarop vrienden uit de stad je komen opzoeken. Ik woon in een fruitteeltgebied. Dat betekent dat er minstens vijf maanden per jaar met gif wordt gespoten. (De chemische industrie heeft voor gif het woord 'gewasbeschermingsmiddel' bedacht.) Dat gaat met zoveel herrie gepaard dat ook de mensen op de trekkers langzamerhand tot het inzicht komen dat gehoorbeschermers geen luxe zijn. Behalve de bespuitingen van het gewas, moet er natuurlijk worden gemaaid, het kuilgras en de mais moeten worden binnengehaald, de bieten gerooid en de drijfmest uitgereden. Er zijn dagen dat ik mij tussen de startbanen van Schiphol waan. Vandaar mijn advies: blijf lekker m de stad wonen, het is er doorgaans stiller en gezonder dan op het platteland. Waarom woon ik dan zelf nog steeds buiten, als er zoveel ellende over me heen komt? Ach, het geluk schuilt in de details. Een mals regentje in de schemer van een zomeravond lokt alle padden, van groot tot klein, uit hun holletjes. De tegels nog warm aan de buik en lauwe waterdruppels op de rug, daar genieten ze van. Een dik wijfje wil per se de keuken in. Twee keer probeer ik haar op andere gedachten te brengen. De derde keer kijk ik op mijn knieën streng in haar mooie ogen. En dat helpt. En 's winters, als de agrarische industrie stil ligt, zijn er veel ontroerende momenten. Bijvooorbeeld toen ik op een ladder in de top van een appelboom stond en een paar honderd ganzen zo dicht boven mijn hoofd vlogen dat ik het gesuis van hun vleugels op mijn wangen voelde. Uit Siberië komen vliegen en nu een onbeduidende man in een appelboom een blik op hun prachtige lijven gunnend. Daarom blijf ik maar wonen waar ik woon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's