De strijd over het Vrije Beheer te Sneek, verzameling van officiële bescheiden - pagina 35

23 en voor het stoflelijke ingevolge de Nederlandsche Reglement Staatswet op de zedelijke lichamen; terwijl hij bovendien, naaide tegenwoordige regehng, insgelijks de grondvergadering is, waaraan Notabelen en Kerkvoogden hun ontstaan te danken hebben. Nu echter alle Reglementen, tot deze zaak behoorende, op ,

,

1 April rechtsbestaan

bestaan,

en

verliezen

Reglementen benoemd, op

alle

dit tijdstip

Besturen, ingevolge die

ophouden

als

zoodanig te

natuurlijk de Kerkeraad als eenig bevoegde

blijft

macht

over, die de toekomstige regeling op zich nemen kan. kerkeraad de behartiging 't Is echter niet wenschelijk, dat de der stoffelijke belangen op zich neemt. Het zou integendeel zeer

en Kerkeraad zijn, indien er tusschen Kerkvoogden de gewenschte overeenstemming bestond, om nog vóór 1 April een Reglement te ontwerpen en dit aan het oordeel der Gemeente te onderwerpen, ten einde op genoemd tijdstip door de Ge-

wenschelijk

meente nieuwe Kerkvoogden en eene Commissie van Toezicht konden worden benoemd. 3". De wijze, waarop het Algemeen College van Toezicht gaat niet de genoemde regeling in het leven zoekt te roepen uit van het recht der Gemeente, maar bewijst duidelijk den toeleg om het beheer aan zich te trekken, en later de Gemeente daarin niet te erkennen. Dit is geene » verdachtmaking" maar het staat met ronde woorden te lezen in de Memorie vanToe,

hchiing, door

genoemd

college

bij

zijn

voorloopig

reglement ge-

voegd. Schrijver

met de wensch,

dezes eindigt

X

dat

stemgerechtig-

op het dwaalspoor laten brengen, maar vooraf ernstig overwegen, wat zij doen; dat de toekomstige regeling, opdat, wanneer het later blijkt waaraan men nu reeds bij voorbaat onderwerping vraagt, haar door artikelen

den

als

van

zich niet

—

,

niet bevalt, Hij

— het

herhaalt

:

naberouw niet kome, wanneer het te laat is. Samenwerking is wenschelijk, ter bevordering

van den' viede der Gemeente. Blijkt dit echter onmogelijkste dat de Kerkeraad welnu, ook dan nog wenscht hij 7,ijn den moed hebbe, van zijn goed recht gebruik te maken, opdat :

—

,

de Gemeente niet onder voogdij worde gebracht. De mogelijke verdeeldheid, welke daaruit zou kunnen ontstaan? kan nimmer den Kerkeraad geweten worden. Zij komt voor rekening

van hen

,

die

geweigerd hebben naar

billijke voorstel-

len tot samenwerking te luisteren.

SNEEK,

15 Januari 1869.

Een

lidmaat dezer Gemeente,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen