De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 35
rede bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit gehouden den 20sten October 1881.
35
Dat
nu na aftrek van
er
dit
ook zoo op menig punt nog ern-
alles,
bedenkingen tegen de absoluutheid der
stige
Scliriftinspiratie overblijven,
wordt dezerzijds noch ontkend noch verbloemd, M. H., ook
wat zeer kleine afmetingen
tot
in,
*
Dit neemt ondertusschen
ook
weg, dat de wetenschappelijke theoloog
niet
de dan nog blijvende bedenkingen volstrekt niet onnadenkend
over
mag
heen
ziet ieder
berg van onoverkomelijke be-
die
zwaren nu reeds wegslonk.
al
maar ook
treden,
onbewimpeld onder de oogen heeft
die
te
mits daarbij op vierderlei lettend:
zien,
En
wel vooreerst hierop dat een deel dezer bezwaren voortvloeit
onloochenbaar
feit,
dat
een tekst met
tekst, dus
gemeen heeft
niets
proces- verbaal
^^),
maar
maar
autographa,
voor ons
feilen,
uit het
ongave
een
ligt.
door den Heiligen Geest van het geïnspi-
Voorts, dat de boekstaving reerde
gave
de
niet
met het
protocolliseeren van een
notarieel
dat de onderscheidene gebeurtenissen en waarheden,
ja dezelfde gebeurtenissen
waarheden
en
in
haar veelzijdige
beteekenis,
door den oppersten Kunstenaar met een afwisseling van coloriet en veelzijdigheid
van opvatting op het doek
kabbalist
den
maar den op een afstand blijvenden ken-
verwart,
blik
gebracht, die wel den bijzienden
zijn
ner verrukt door heerlijke harmouiën.
Dan
om
behouden, zij
de
den
in
der
kvayrcofxvYj
ook bedekte, harmonie
't
niet
apologetiek
dat de
derde,
ten
te
wel
Heilige
terdege Schrift
hun
in
blijft
wezenlijke,
paralleli
Loei
doen uitkomen.
roeping
de
dus,
der weggestorven Supranaturalisteu, och, die hadden
trant
geen theologie meer, neen, maar in den geest der Juniussen en Voetiussen; een
geestelijke,
geknutsel", ,
geen kleingeestige
maar een
door te letten op het
Harmonistica;
Trirt;
Trdc,;
Iitto
een
niet
rivoQ;
en
y-xtj.
n;
'>'^).
En eindelijk, indien er ook dan M. H.! nog schijnbare cruces interpretum, in de Heilige Schrifture mochten waarvoor
niet
belijdende
ik,
dat
theologen
toch
beteekent
niets,
saam stonden, dan
mijn
tusschen de keus,
om
onwetenheid, onbevredigd
óf,
overblijven,
aarzel ik geen oogenblik hier,
met
ook van
nog
aAvrx,
neen, doch waarvoor alle
ten aanhoore van geheel de Avetenschappelijke wereld te ik, gesteld
erbarmelijk
van ons voorstellingsvermogen
logisch opklaren
verklaren
,
dat
Grods eenvoudig volk, belijdende dit
vraagstuk
weg
te gaan,
óf
wel met de geleerde ethische broederen uit wetenschappelijke consequentie de onfeilbaarheid der Schrift te verwerpen, beslist het eerste kies en van het laatste met heel mijn ziel terugdeins.
Want om met mythen
^'^);
Rotlie
en
de zijnen te zeggen: er zijn in de Schrift
het scheppingsverhaal
geschiedenis van den val
^•)
;
is
vrome phantasie
^^);
phantasie ook de
de profetieën zijn producten van een hooger
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's
![De hedendaagsche schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor des levenden Gods - pagina 35](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/de-hedendaagsche-schriftcritiek-in-haar-bedenkelijke-strekking-voor-des-levenden-gods/1881/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1881
Abraham Kuyper Collection | 64 Pagina's