Tractaat van de reformatie der Kerken - pagina 125
:
VAN DE DEFORMATIE
De poging om
bij
DE LEDEN.
IN
99
de beoordccling van de leden der kerk het dus-
genaamde leven op den voorgrond te schuiven, moet dus met beslistheid afgewezen. Het blijve bij wat het alle eeuwen door was
en wandel, niet wandel en b e ij d e n s. Belijdenis voorop staan, omdat daarin het Christelijk kenmerk ligt, en de wandel eerst bij het schijnsel van dat licht kan worden beoordeeld. Deze verbastering nu op het stuk van belijdenis treedt bij de leden onder meer dan één vorm op. De, helaas, meest gewone vorm is die van onverschilligheid, indien menigeen de belijdenis nog wel zegt te beamen, maar ze ter nauwernood kent; er zich ook niet om bekreunt; niet voelt wat er tegen ingaat; en zich niet meer warm maakt voor haar eer. De stuitende zonde van zoovele mannen en vrouwen, die bij aanneming en Doop en Avondmaal telkens verklaren de leer der kerk te zijn toegedaan, doch nimmer een vinger verroerden om te weten te komen wat toch die leer der kerk is. belijdenis
1
i
blijve
Een schijnbaar hieraan tegenovergestelde vorm u
i
t
w
het
e n
d
i
g
i
Dan
hart.
n g,
d.
is die der v e rde zonde, die de belijdenis losmaakt van het over de belijdenis zeer druk, ijvert er
i.
men
heeft
voor met brandenden
ijver;
onder- en doorzoekt ze; maar beschouwt
ze als een dorre afgetrokkenheid, die in het
geheugen is te prenten, door redeneering moet staande gehouden, en in geijkte vormen wil nagesproken zijn. Feitelijk neemt deze zonde uit de belijdenis juist het bel ij den weg. Ge dacht een leeuw te hooren brullen, en gevindt van den koning der wouden niets dan het anatomisch skelet. De derde vorm waaronder de belijdenis der leden haar krankheid toont,
is
de verbreking van het evenwicht.
Er
zijn
de belijdenis der kerk evenals in elk organisme onderscheidene ledematen of deelen en stukken, die in het welgeordend geheel elk hun eigen plaats en bestemming hebben. Deze stukken zijn onderin
hng is
niet gelijk,
het
het
oog,
hoofd,
nisch
inéén.
maar
verschillen elk naar zijn eigen aard.
het andere oor, een derde stuk
kortom Eisch
de belijdenis
geheel
van
die
belijdenis
Het eene
is
het hart, een vierde
zit als
een lichaam harmo-
derhalve dat ze zie met
is
oogen, op haar voeten ga, en het hoofd omhoog heffe. Maar nu verbreekt de zonde telkens dezen rechten stand verplaatst den nadruk ontneemt gewicht aan Avat klem hebben moet en legt klem op wat zulk gewicht niet kan dragen men laat het oog hooren,
haar
;
;
;
wil
hart
dat
het
alleen
heden,
die
oor
zie,
verrichten
en
geeft
kan.
monstrueuze
aan
het
hoofd
Daardoor ontstaan
onnatuurlijkheden,
die
de
functie die het
die
vele eenzijdig-
de belijdenis
der
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1883
Abraham Kuyper Collection | 240 Pagina's