Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 179
:
VAN REFORMATIE DOOR BREUKE MET DE BESTAANDE KERK.
165
kan openbaren, moet gij die kerk zoeken en was ze er niet, pogen, of ge ze met Gods huipe tot openbaring brengen kondt. plaats
Drieërlei
Of
kan
hieruit voortvloeien
dat ge in de plaatse
uwer woning een andere kerk vondt,
die
teekenen der ware kerk niet nagemaakt, maar in het leven vertoont; en dan zou het uw roeping zijn, de broederen dier kerk te smeeken, dat ze u en uw huis in hun gemeenschap wilden opnemen
de
na openlijke belijdenisse van uw geloof. Of wel, dat ge in de plaatse uwer woning zulk een kerk niet vondt, en dan zou het op uw weg liggen met even sterk overtuigden als gij, op grond van uw gemeenschappelijke belijdenis, de kerke Gods de plaatse uwer woning op te richten. eindelijk, bleek dat op den duur onmogelijk, alsdan om te zien naar gelegenheden, om naar elders te verhuizen, naar een plaats waar
in
Of
een kerk van Christus bestaat.
En
mislukte elk dier drie, zoodat ge blijven moest waar ge waart,
gedwongen werdt, zonder kerk voort
en
dan
uw
roeping
u
allengs
te leven,
dan zou het
uw eigen huiskerk te krachtiger te openbaren, of het op uw ootmoedig gebed van uw God mocht geschonken zijn
worden, dat weer de bediening der genademiddelen u hergeven werd. Maar stel nu tegenover dezen weg der godzaligen eens het hellend pad der oppervlakkige lieden, en zie, wat klove tusschen hen gaapt. Hén hoort ge in schelle woorden afgeven op de misbruiken in den misstand der kerk, maar zonder dat een oordeel Gods hierin gekend of Gods slaande hand gekust wordt. Buiten alle verslagenheid der ziel en alle besef van eigen schuld omgaande, neemt dan dit ijveren veeleer het karakter van hooghartig bedillen aan, en blijft van boete en bekeering verre. Er is dan geen geestelijk onderscheiden, maar veroordeelen. En n-iet uit drang der ziele, niet met bloedend hart, maar in opgewondenheid, in overmoed en overspanning, snijdt men, schier zonder gebed of zonder ernst, met een koud woord schrifts den band met zijn oude kerk af, en treedt in onbegrijpelijke luchthartigheid over naar een nieuwe. Het kleed was te bezoedeld geworden, zie, men legt het af, en schiet het wisselkleed om de leden Dit wordt niet gezegd, om daarmee over iemands overgang een
een
geestelijk
een
!
te vellen. Alleen de Kenner der harten oordeelt, en zelfs de beste heeft zichzelve maar al te zeer luchthartigheid in het reformatiewerk te verwijten, dan dat hij anderen zou mogen oordeelen. Wie
oordeel
de hand in eigen boezem steekt, heeft genoeg aan heid.
Maar wat
hier
moest geteekend worden,
zijn is
eigen melaatsch-
de tweeërlei aan-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's