Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 27
;
DE BRON VAN KEKKEr-ljK GFZAG.
§
13
Avien voor de kerk de bron van het Souverein gezag ontspringt?
Bij
8.
Deze afzonderlijke organisatie der kerk onderstelt, dat lt in haar en over haar zij een <^eza<|. Hoe toch zou er een inrichting, instituut •of vergadering denkbaar zijn, zonder dat er in haar sfeer macht bestond, om het gebod te geven, en de plicht, om aan dat gebod gehoorzaam te zijn. Een inrichting welke ook, zonder oorspronkelijk of verleend of opgedragen gezag ware een muur zonder cement gelijk, een bintlaag in den muur gelegd zonder ankers. Zulk een gezag bestond dan ook in de o z e s' stedehouderschap van Jehova, voorbereidende kerk eerst in
M
:
toen
in
de
R
i
c h te
r
daarna
en
e n,
in Israëls
Koningschap.
Davids huis van Godswege bekleed met goddelijke autoriteit. Maar ook, die autoriteit was niets slechts voor een tijd, maar duurzaam, op Davids koninklijke dynastie gelegd: „"k
Zoo
Heb ik
eens gezworen
aan David
lieg',
bij
zoo
mijn eigen heiligheid;
hem
mijn woord misleid"
eeuwig zijn, zijn troon zal heerlijk pralen, Zoo duurzaam als de zon, zoo glansrijk als haar stralen.'
Zijn zaad zal
Beide moet dus waar zijn, én dat Israëls koningschap wcgvn'el.én dat Davids troon eeuwig staat. Een schijnbare tegenstrijdigheid, daarin haar oplossing vindend, dat Davids huis eerst koningen voortbracht die den waren Koning slechts afschaduwden, en daarna uit zich voortbracht dien waren Koning, die geroepen is, om Koning der koningen te zijn en eeuwig Koning te blijven. Rome's pogingen om ook te dien opzichte de Mozaïsche en Israëlitische toestanden in haar stedehouderschap na te bootsen, loopen dus uit op aanranding van onzes Konings eere. De Christus Gods en hij alleen, zit als Davids zoon, II eer en
Koning over § 9.
z
ij
n
kerk
w
in e e u
Hoe Jezus Koning over
i
g h
zijn
e
als
loon op
zijn
d.
kerk wierd.
Dit koninklijk gezag bezit de Christus niet
verleend door den Vader
i
uit ziclizelf,
het
is
hem
zelfvernedering tot in den
dood. „Daarom, omdat
hij gehoorzaam geworden is tot in den dood, daarom, zegt de apostel Paulus, heeft God hem ook uitermate zeer verhoogd, en heeft hem gegeven een naam boven allen naam die genaamd wordt in hemel of op aarde, opdat voor hem zich alle knie zou buigen en alle tong zou belijden, dat lezus is
ja den
dood des
de Christus
kruises,
tot heerlijkheid
Gods des Vaders."
„Mij
is
gegeven
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's
![Tractaat van de reformatie der kerken - pagina 27](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/tractaat-van-de-reformatie-der-kerken/1884/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1884
Abraham Kuyper Collection | 226 Pagina's