Uit het Woord / Dat de genade particulier is - pagina 112

100 dige overlegging in den mensch van stof alleszins val-

uitkomst zijn zal wijl

altijd

,

boven zich

hij

doordien zijn kennis van wat de

Vooreerst

kan.

len

onzeker

blijft

;

en ten andere

een God heeft, die mogelijk

altijd

maken kan, wat hem ondenkbaar scheen. Maar hoe het mogelijk is dat men zulk een ,

zichtig en tegenstrijdig overleggen en

kort-

beramen zich

in

den hoogen God denkt, dat, we komen er rond voor

we niet. Of hoe zou er dan ooit in God een gedachte kunnen opwellen dat er hoe dan ook ergens een nog hoogere macht bestond die dit onmogelyke in mogeuit, dat verstaan ,

,

,

,

,

verkeeren?

lijkheid zou

Maar immers dat zou gansch goddelooslijk het stellen van nog een hooger God, boven den levenden God zijn, wat gansch dwaselijk gedacht ware en den Heere onzen lijk

wezen

we

Zie,

maar hart

al

,

in de Godheid zelf van

zijn er verre

pijnlijk

te

dat

God

er

ook

van blind voor en weten het

aan de gevoeligheid van ons eigen bij

de belijdenis van de particuliere

genade een ontzaglijk raadsel van

alle

zyn godde-

ophief.

overblijft,

hoe die Vader

barmhartigheid zulk een uitkomst heeft gewild

,

en op die sombere, donkere bedenking komen we wel zeer zeker terug.

Maar wie daarom nu meenen mocht,

dat die twee

dus nog maar gelijk staan en dat aan beide kanten de moeilijkheden

naam

En

even zwaar

,

die vergeet één voor-

ding.

dat

is

het DOg heel iets anders is, of kan met een zedelijke eigenschap in afmeet naar wat ik er van aan menschen dit: dat

ik iets niet rijmen

God

zijn,

die ik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen