Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 40
:
38
§
En
d.
11--
'"^-
KUVrEK TE AJISTEKDAM.
Art. 4 van bedoeld reglement en instructie te
eindelijk
laten vervallen.
De inhond
dezes aan
lende, blijven wij
nwe
belangstellende overweging aanbeve-
met broederlijke
lieilgroete,
Het Presbyterle voornoemd: (get.) J. C. Gkoenewegen, Praeses, J. H. VAN UER Linden, Scriba.
Amsterdam, 3 Januari 1870.
Het
voorstel ging dus
uit van het Presbyterie, waarin toentertijd van de tlians geschorste Ouderlingen zitting hadden. Eer schijnt voorstander van dit voorstel geweest te zijn de heer J. H. van der Linden, van wien bekend is, dat zijne genegenheden in gansch andere richting liggen. Althans op 28 Maart 1870 was hij het, stellig
niet
meer dan
drie
voorstel deed, om het Presbyteriale schrijven in de eerstvolgende vergadering aan de orde te doen komen ^). Op 11 April 1870 besloot de Kerkeraad het door te zenden aan de Kerkelijke Commissie, „om consideratie en advies" "). En den 1(3 Mei stelde de Kerkelijke Commissie daarop dit die het
antwoord
^)
vast
Aan den Algemeenen Kerkeraad te
der Ned. Herv.
Gemeente
Amsterdam.
De
ComQiissie tot bestuur over de kerkgebouwen, goederen, fonden inkomsten der Ned. Hervormde Gremeente alhier, heeft ontvangen een schrijven van den Algem. Kerkeraad d.d 14 April 1870, inhoudende verzoek om, ingevolge Art. 41 van het Algemeen Reglement voor deze Commissie, te dienen van consideratie en advies omtrent een voorstel tot wijziging van sommige art van dat Algemeen Regl., aan den Kerkeraad ingediend door het Presbyterie, Ter voldoening aan dat verzoek heeft de Commissie de eer het volgende ter kennis van den Algemeenen Kerkeraad te brengen en aan zijn oordeel te onderwerpen. Het voorstel van het Preshjlerie komt in korte woorden hierop neder de voordrachten of nominaiiën voor de benoemingen van Leden der Kerkelijke Lommissie, vooral van Gemeente' eden worden afgeschaft. Als motief wordt alleen aangevoerd: dat die voordrachten vooral van Gemeenteleden, door de Co>nmissie zelve, inbreuk maken op de vrijheid van den Algemeenen Kerkeraad in het doen eener keuze. Tegen dit voorstel bestaan bij de Commissie onderscheidene bezwaren. Vooreerst acht zij het voorstel ontijdig. Het is nog geen jaar geleden, dat de stemgerechtigde leden der Gemeente zijn geraadpleegd over de vraag, of het Beheer der kerkelijke Goederen van deze Gemeente op den bestaanden voet zal worden voortgezet? Die vraag is met overgroote meerderheid toestemmend beantwoord. Daardoor is het Alo-emeen Reojlement der Commissie bestensen
:
,
^)
Kerlcei'aadsprotnc.i\é.
'')
Ibid.,
dd.
11
Juli
'28 Maart, ~) Ibid., dd. 1870. 18 70., Tol. 17S 180. •
Il
April
18 70,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's