Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 34
32
§ 9. DE KERKVOOGDIJ TEGENOVER HET BESTUURSCOLLEGE.
dat heeren Kerkvoogden het aanstellmgsrecht en dergelijken? Al evenmin. Hoe voorgelezen, voorgezongen en het Gemeentegezang begeleid zal worden, staat niteraard niet .ter beoordeeling van de Kerkvoogdij, maar van den Kerkeraad, overmits deze zaken het geestelijke der Bediening raken. Beteekent het dan misschien, dat althans de kosters en hun onderhoorigen, als wel door de Kerkvoogdij aangesteld, ook gedurende de godsdienstoefeningen, alleen de bevelen van heeren Kerkvoogden en niet die van den
beteekent het
hebben van
clan
allicht,
alle voorlezers, organisten
dienstdoenden Leeraar of Ouderling hebben op te volgen ? Natuurlijk ook niet. Want gedurende de godsdienstoefeningen of andere van den Kerkeraad uitgaande samenkomsten is het de Kerkeraad, die den gang van zaken regelt. Vandaar, dat zoo te 's-Gravenhage als elders, waar de Kerkvoogdij geheel buiten den Kerkeraad staat, eveneens al de bovengenoemde attributen aan den Kerkeraad toekomen, en de Kerkvoogdij hier slechts te volgen heeft. Kerkvoogden zijn Beheerders^ geen ondernemers van een zaak voor eigen risico; en zijn dus in hun qualiteit van beheerders gehouden, zóó te beheeren, dat het door hen beheerde goed strekke tot het doel, waarvoor het wierd saamgebracht. Wanneer derhalve de Classicale Memorie op blz. 3 breedvoerig opsomt, dat ook te Amsterdam de Kerkvoogdij of Kerkelijke Commissie bij Instructie verplicht is, om lo. de Kerkgebouwen voor den Kerkeraad beschikbaar te houden 2o. zonder toestemming des Kerkeraads geen gebouwen in bruikleen af te staan 3o. uitgaven van allerlei aard aan den Kerkeraad te vergoeden; 4o. kosters, deurwaarders enz., te gelasten in al „wat op den openbaren godsdienst in het algemeen en de godsdienstoefeningen in het bijzonder betrekking heeft," nauwkeurig de bevelen van den Kerkeraad op te volgen en 5. geene uitbetalingen aan deze kerkelijke bedienden te doen, tenzij de Kerkeraad hun een bewijs van tevredenheid uitreike; dan zal niemand er aan denken dit te betwisten. Dit alles, en zooveel meer nog, als voor het rembours van verhuispenningen, voor Classicale quota ^) enz. verschuldigd is, zijn verplichtingen die elke Kerkvoogdij heeft na te komen óók in zulke gemeenten, waar de Kerkeraad geheel en volstrekt buiten het Beheer staat. Indien daarentegen bedoelde Memorie een stap verder gaat, en alsnu uit deze verplichtingen poogt af te leiden, dat derhalve de Kerkelijke Commissie slechts een Commissie voor Beheer van den souverein beheeGingrenden Kerkeraad was, dan faalt kennelijk haar gevolgtrekking. deze toch door, dan zou uit geheel dezelfde gegevens ook even hetzelfde resultaat voor 's-Gravenhage en andere Kerken zijn af te leiden, alwaar toch omnium consensu de Kerkeraad niet de allerminste Beheersrechten bezit. Kan dit nu te 's-Gravenhage en elders niet^ dan kan dit uit den aard der zaak ook te Amsterdam niet. Uit rechten, die de Kerkeraad als geestelijk Bestuurscollege tegenover elke ook de meest zelfstandige Kerkvoogdij kan en moet doen gelden, volgt hoegenaamd niets voor eenig aan den Kerkeraad toekomend recht van Beheer. Slechts verwarring van twee zeer onderscheidene begrippen kon de dit
;
;
;
—
;
^) Over de lokalen voor de vergaderingen der hoogere Besturen volgt de vereisehte toelichting hier beneden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 136 Pagina's