Uit de diepte - pagina 17
Bijbellezingen door de afgezette leeraren en hun trouwe medebroeders te Amsterdam in de lokalen gehouden. I en II: Alzoo zal het onder u niet zijn.
17
Kerk, die tucht zou oefenen en straf zou opleggen, alleen onschendbaar te maken of, geheel buiten de Sleutelen des H e e 1 s r ij k s om, enkel ter wille van de sleutels der kerkdeuren den broeder zou treffen, is voor heel de Schrift onbestaanbaar en rechtstreeks door het Woord des Heeren als het tegendeel van wat der in de
om kerkelijke hoog heden
m
Kerke voegt, geoordeeld.
Ook van de
alzo
tucht
zijn zal, der Maatschappij is. o
der
gelijk
Kerke
geldt
het
dat ze niet
,
de tucht van den Staat en de tucht
Ook haar karakter is en moet in overeenstemming blijven met het eigen karakter der Kerk zelve, en deze weer op haar beurt mag geen ander karakter vertoonen, ontleent aan haren Koning en Heer.
De Kerk
dan hetwelk ze
haar zelve niets heeft uit haar zelve geen zelve geen gedaante. Slechts een kristalheldere spiegel wil ze wezen toegekeerd naar haar hemelschen Bruidegom, om in aardschen vorm zijn heilig heerlijk beeld te weerkaatsen. Dat is het wat de Heere ten slotte in vers 28 zegt. Alzoo onder u niet, maar wel alzoo „gel ij k het was met den is
in
,
gelaat en vertoont uit zich
,
Zoon des mensche n." En nu volgt die heerlijke teekening van het beeld van hnmanuel, dat zoo hemelsch rein tegen het beeld van den Staat en van de Maatschappij overblinkt. Daar in den Staat, oversten en heerschappijen om zich te laten dienen en gediend te worden maar hier in den Zoon des menschen ,een anderen te dienen". En evenzoo ginds, in de Maatschappij, een streven om, kan het, anderen zich ten slaaf te maken; maar hier in den Zoon ,
komen om
des menschen ,een geven van zichzelven als rantsoen voor velen" om anderen uit de slavernij van Satan
te
verlossen. En daarom ook
Kerk bestuurders, o, gewis, maar beopgang verkrijgen niet door de M a c h t anderen heerschen, maar door de liefde,
in de
stuurders, die goeden
waarmee ze over waarmee ze den minsten der broederen dienen willen. En voorts alle macht van boven komende, en de Kerk
zelve
dan een Maria, die in dank het uitjubelt: „Grootc heeft aan mij gedaan Hij die machtig is, heilig is zijn
niets anders
dingen
naam!"
Maar, helaas, M. H.
!
hoe vloekt nu
niet dit prachtig
der Heilige Schrift met de werkelijkheid die
we om
ideaal
ons zien!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1886
Abraham Kuyper Collection | 34 Pagina's