Contra-memorie in zake het Amsterdamsch conflict - pagina 70

,,,

68

§ 20.

DE HEENWIJZINO NAAK DR. KUYPERS

„CONFIDENTIE'

Modernen uit deze zelfde posten mochten dringen en waarom dit nie aan de Gereformeerden tegenover hen geoorloofd was V Op elk terrein De tegenwoordige leden van het Classicaal gebeurt steeds ditzelfde. Bestuur zitten op zetels., van waar men de Modernen dwong op te staan en noch bij de verkiezingen voor de Staten-Generaal noch bij die voor den Gemeenteraad heeft men in het '«/("f-herkiezen van mannen eens anderen geestes ooit iets beden kelijks gevonden. Wel verre van zich over dezen loop van zaken te verwonderen, verbaast men zich dan ook veeleer over de geheel eigenaardige denkbeelden van een Bestuurscollege dat bij het ten einde loopen van onze negentiende eeuw in dit gansch gewone feit nog iets laakbaars of min wenschelijks kan vinden. Natuurlijk op te moeten staan voor een tegenstander zal altoos hard blijven maar op elk terrein deed de man van karakter dit steeds zouder morren, be,

,

,

,

seffende dat het zoo moest.

T>e heeiitvijMiif/

§ 20.

naar Dr. Kuyperfi

^^

Confidentie/'

Zelf gevoelende, dat de doorloopende gedachtengang van de „Noodif/a zonder^ nadere commentaar niet recht duidelijk zou zijn heeft het Classicaal Bestuur op blz. 22 van zijn Memorie den lezer zulk eene commentaar die het zelf een commentaar aan de hand gedaan „onmisbaar" noemt, en die het meent gevonden te hebbeu in Dr. Kuypers /nUc/Uinf/en^

;

^schrijven aan den heer J. //. van der Linden'", uitgeImmers de Classicale door de firma Höveker & Zoon in 1873. Memorie drukt uit dit geschrift drie zinsneden af, en laat dan op deze drie citaten volgen „Deze woorden zijn eene onmisbare commentaar voor al hetgeen hoven beschreven iverd.'^ Eene uitlating waarvan de vér reikende strekking eerst duidelijk wordt door de onmiddellijk hierop volgende verklaring

Confidentie, een

geven

.-

:

bekwamen alioo den indruk dat hel Ie doen was om „ Wij met behoud van de Kerkegoederen en titels der oude reglementaire Gemeente, eene kleine nieuwe Gemeente te formeLren welke met andere Gemeenten in verband gebracht, de ware Ge. eformeerde Vaderlandsche Kerk, met de drie Fur malieren van Eenigheid tot basis, zou moeten uitmaken. Tot de bereiking van zulk een oogmerk scheen de Lidmatenkweslie voor de Gemeente van Amsterdam en andere Gemeenten Ie moeten dienen.'" ,

,

In deze verklaring ligt drieërlei: P. wordt aan de geschorste Kerkeraadsleden de bedoeling toegedicht, om voor een groep leden uit onze

het kerkelijk goed mede te nemen 2^^. hun wordt ten laste dat de Attesten-quaestie slechts wierd aangegrepen als middel om dit doel te bereiken en 3". er wordt beweerd dat het plan tot zulk een ondernemen reeds in 1873 vaststond en aan Dr. Kuyper in zijne Het is zoo, de Classicale Memorie zegt niet, Confidentie is ontvallen. dat de leden des Classicalen Bedat het zoo was ; slechts verklaart zij stuurs er zoo „deii indruk van ontvingen"'; maar er blijkt dan toch uit

Kerk

al

;

gelegd

;

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen