Uit de diepte - pagina 585

,

579 den tweeden Adam, gelijk den eersten Adam onder zijne heerschappij brengen, door Hem de verderfelyke heerschappij over het geschapene te verzekeren, dan ware de door hem overwonnen mensch voor eeuwig onder zijne macht gesteld, welke hij door hem kon uitoefenen. Maar neen, niet door buigen voor Satan wilde de tweede Adam zich de verderfelijke heerschappij verwerven, maar juist door van zijne heerschappij, die Hij als Zoon Gods over alles bezit, afstand te doen, wilde Hy de zondige heerschappij vernietigen, om den mensch weder onder Gods heerschappg te brengen en daardoor hem de verloren heerschappij terug te geven.

En omdat Hij zich nu als mensch gehoorzaam aan den Vader getoond heeft tot in den dood des kruises, waarin de vervloeking

menschelyke

der

natuur

is

gedragen,

heeft

de

Vader Hem uitermate verhoogd en Hem een naam gegeven, die boven allen naam is, opdat in den naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong belijden zou, dat Jezus Christus de Heere zij tot heerlijkheid Gods des Vaders. (Fil. 2 6—11.) Door zijne vernedering is Hij tot verhooging, door zijne vervloeking tot eeuwige heerlijkheid gekomen, en gehoorzaam zijnde tot in den dood des kruises, heeft Hij zijn volk in gehoorzaamheid aan den Vader tot eeuwige heerschappij gebracht. Had Hij door Satan gehoorzamen en zichzelf te behouden en te verheerte lijken, den mensch de heerschappij ten eeuwigen verderve gelaten, door den Vader te gehoorzamen in de vernedering zijner aangenomen natuur, heeft Hij den mensch van zijn zondige en verderfelijke heerschappij beroofd, maar tot zyn :

,

,

ware, eeuwige, heerlijke bestemming teruggebracht, om te heerschen over al de werken van Gods handen (Ps. 8). Want in Christus als Bondshoofd is al zijn volk voor eeuwig verheerlijkt, en zal met Hem en door Hem de heerschappij voor eeuwig bekleeden (Hebr. 2 6 10; 2 Tim. 2 12). Ontzettend zwaar moet de stryd voor den Heere Jezus geweest zijn, om vrijwillig de voorgespiegelde heerschappij te verwerpen en zich in de diepste vernedering over te geven. Maar zijn Goddelijke kracht heeft Hem in zijn menschelijke zwakheid gesteund en Hem de volle overwinning doen behalen. »Ga weg achter Mij, Satan!" zoo roept Hij vol verontwaardiging met beslistheid uit: s-Want er staat geschreven: Den Heere uwen God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen." Met dit woord, wederom uit Deuteronomium aangehaald, drijft de Zone Gods den Satan op de vlucht. Voor die macht van den Zone Gods :

—

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen