Uit de diepte - pagina 633
Tot staving van de waarheid, deed
De Heer, die van geen wankien weet, Aan David eenen duren eed. „Ik zal", dus sprak Hij, „uwen Zoon, Eens zetten op
„Wat
uw
vijand tegen
hand
glorietroon."
hem
zich kant',
mijn onweerstaanbre hand Zal Hem bekieên met schaamt' en schand'; Maar eeuwig bloeit de gloriekroon Op 't hoofd van Davids grooten Zoon." Mijn
,
Psalm 132:7,
12.
Simeon zijn verlangen vervuld zag en hij den Heeren in de armen hield, sprak hij het eeuwig gedenkwaardige woord: »Zie, deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israël en tot een teeken, dat wedersproken zal worden, opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden." En dat woord wordt te allen tijde vervuld. Of de Christus is u ten val, óf ter opstanding. Hoezeer het hier op aarde den mensch langen tijd gelukt om zijn ware gedaante te verbei'gen, toch wordt het ten slotte openbaar, wie en wat hij is. Wat dunkt u van den Christus ? Op deze vraag hebt ge het antwoord te geven. Dit antwoord maakt u ten slotte openbaar. Uwe verhouding tot den Christus wordt uit dat antwoord gekend. Is het nog 's Heeren sparende hand, die zegenend over ons uitgebreid; is het nog de bevestiging van zijn Woord, dat is Hij in onzen dood geen lust heeft Hij maant ons zoo dringend te ontvlieden. Hij zegt ons aan: » Heden, zoo gij mijne Gel.
!
Toen
Christus des
,
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's