Uit de diepte - pagina 485

;

;

:

479 vinden mogen aan die poort des

elkaar

lofs,

waar de psalm

rijst:

Dit

is,

Daar

Om

dit is

zal

't

de poort des Heeren rechtvaardig volk door treên,

hunnen God ootmoedig te eeren, 't smaken zijner zaligheên.

Voor Ik zal Gi]

uw naam en goedheid prijzen hebt gehoord; Gij zijt mijn geest,

Door uw ontelbre gunstbewijzen, Tot hulp, en heil, en vreugd geweest! Ps.

En nu nog

1

18

:

10.

wgzelven een woord van toepassing. Hoewel de Heere alleen is machtig om de toepassing van zijn Woord te schenken. En dat allicht nog wel het liefst, als wij de » predikatie" maar weer vergeten mogen, mits het woord van den tekst er voor ons meê op den voorgrond passen niet toe

is

,

;

getreden.

En dan

zij dit, indien wij nog behoorden tot degenen, die leven naar ijdele dagen tellen, eene toepassing van teedere vermaning en ernstige bestraffing, opdat ons het vlotgras niet uit de hand schiete, en wij niet wegtuimelen in de diepte des doods, o, Door die ijdele, dwaze dagen heen roept en noodigt ons de Wijsheid: »Gij slechten! verstaat kloekzinnigheid, en gij zotten! verstaat met het hart" (Spr. 8 5). Och, dat wy wijs werden, en onze dagen leerden tellen; want waarom zouden wij sterven? Of, indien de dagen van dit leven ons hart met kommer en droefenis vervullen, en wij zijn als degenen, die met zuchten tellen, en niet met wijsheid; die de som van het leven nog maar altijd naar schuld en niet naar genade willen oplossen; die op de wolken zien, en niet op den Heere des daags ei! laat los, laat los al dien eigen kommer en slommer; laat los, en u zal losgelaten worden. Den Heere te leven en alle dagen te sterven, dat zyn de twee polen, waartusschen de nacht omkeert en het dag wordt. Laten wij wel toezien dat we niet aan de eene pool blijven zitten en zuchten want waarom zouden wij geen dageraad mogen zien? Of, indien wij reeds met licht en wijsheid gevoed zijn, om onze dagen te tellen naar genade, goedertierenheid en vrede; en wij met Mozes, den man Gods, in een zalige vertroosting den aanhef van den psalm des levens mogen kennen: » Heere! Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht;"

hun

ijdel

:

,

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen