GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 667

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 667

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

661

Thomas

van een in dien toestand van ongeloovigheid denken, dat zoo iemand goen waar discipel van Christus kan zijn. Maar het tegendeel blijkt. Soms evenwel vervallen wij in een tegenovergestelde verkeerdheid. Dan beginnen wy soms de der heiligen voor kenmerken van genade aan te zien, hetwelk al even is. Ofschoon de Heere zich grootelijks ontfermd heeft over Thomas, door zijn harte te openen, dat hij zoo toegesloten hield, en door het woord aan hem te bevestigen »Hij zond zijn Woord uit, en heelde hen, en rukte hen \iit hunne kuilen," zoo heeft de Heere evenwel niet den geprezen, waarin Thomas gewandeld had. Laat niemand zichzelven dus in dergelijke toestanden behagen. Want wij hebben gezien, hoe die weg van Thomas, toen hij, nadat die groote slag van Christus' kruis en dood en graf over zijne schapen gekomen was, zich aan 't gezelschap der jongeren onttrok, en in troosteloosheid en moedeloosheid zichzelven afsloot van den geordineerden weg, en verder ook in de duistere spelonken van zijne hopeloosheid terugkroop; toen aller mond hem toeriep, dat de zon was opgegaan, en hij eigenwillig stelde wij hebben gezien, hoe die zaak

gebreken

verkeerd :

voorwaarden

weg

;

voor zijne ziel, tot bedroeving van Gods volk en niet tot eere des Heeren, weshalve de Heere dat ook in hem laakt. Zelfs nadat hij door genade die treffelijke belijdenis uit zgn verbroken hart had laten hooren, met zulk een innige verknochtheid en verkleefdheid aan Hem, die hem. uit dezen kuil getrokken had, met zulk een hartelijke toeëigening, met zulk een diepen blik in Christus' Goddelijke heerlijkheid »Mijn Heere en mijn God," zelfs toen berispte de Heere hem nog liefderijk, hem te kennen gevende, dat de dingen, die hij geëischt had, toch d w a s e 1 ij k door hem geëischt waren, en dat die niet waren overeenkomstig den aard des geloofs.

was

tot

schade

:

voorwaarden

Omdat hebt

gij

gij

Mij

gezien

hebt,

Thomas! zoo

geloofd!

Och, ziet eens, hier wordt Thomas niet geprezen. Bedenkt wel, dat de Heere hier niet die heerlijke omkeering en belgdenis van Thomas wil opgevat hebben bloot als eene vrucht van het zien. Want och, die heerlijke omkeering en belijdenis van Thomas was eene vrucht van de machtige genade, die de Heere door zijn Geest op zijn harte uitoefende, om het te doen smelten onder de betooning zijner liefde. Want hoevelen hebben teekenen aanschouwd en toch niet geloofd

!

Maar de Heere beschouwt

hier

nu eens de zaak van T h

o-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 667

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's