Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 25
de eerste bladzijde der tweede afscheiding
HET PLAN DE CAMPAGNE. en huis, maar ook
men
Christus zal Zijn
het
rijk.
medewerken
tot
van den liongsten Koning. Als
naar de wet
niet langer
voedsterheer der kerke, als onderdaan van
erkenning van Zijn gezag; tot uitbreiding van
der heerlijkste gezindheid, der onschatbaarste genade, des allerhei-
rijk
en
men
zij
overal
geloofs,
ligsten
weikkriiij^ leve
/ijn
iii
ambtenaar van den Staat
handhaving ook van mijne gewetensvrijheid
tot
dering van stortelijke welvaart, van alle bedenkelijk goed,
én nu én
voor
later,
had
zicht.
o\)
welk
zelfs
;
ik
Xot
vermeer-
van ganseher harte,
is.
er een huis
Schoon
't
macht van dien aard afsmeek van dien Koning, Wiens scepter
alle
een hoorn van overvloed
Ik
/
gehuurd voor den de
in
Schoolzaak
niet één jaar
vau twee jaren
tijd
Politiek veelal ééue
de
en
met
lijn
Dr. Kuyper volgende, werd het verschil van kerkelijke beginselen, tusschen
en
lieni
ouderlingen
vele
niemand van
nabij te
niemand
met
beroeping,
uren
der
'ik
maar toch geenszins
of ik
beslissing,
maakte
beroeping
de
Op
naam
geeuerlei drietal voor de
totdat plotseling,
geplaatst,
begeerd,
de nominatie en straks
de vervulling der godspraak aankondigde, en dat wel in de
»Siut-Nicolaasdag" dat
en stond er
er mij nooit vertoond,
eene vacature zag ik mijn
niet onverwacht,
wel
Amsterdam, had
in eeuige bijzondere betrekking.
vervulling van
de
en mij bestaande, steeds duidelijker. Ik kende
*)
het
bewoonde
perceel weer wilde inhuren.
Op
aan mijn onvergetelijk Middelburg bekend,
ik
had wel anders gewild, doch
Ik
aangenomen had.
moest.
ik
Staat
éénen
in
met een gemoed gezamenlijk strijdende door het
G-eest,
geloof des Evangelies'' (Fil. het afscheiduemen toe,
bij
toon
1
:
27), dit riep ik der vredelievende
maar dat was ook, naar Hand.
eerste toespraak (op denzelfden
mijner
datum
delburg mijne intree deed) tot de Amsterdamsche eene
Kiesvereenigiug
wenschte
onder
de prediking van het Kruis behouden willen,
2
1,
:
waarop
de grond-
ik te
Mid-
strijders, voor wie ik eveneens
de aloude leus
machf\ overtuigd dat de samenwerking van
ontbeerlijk
als
gemeente
:
allen, die altijd,
»Eendracht maald (fe
Gemeente voor
maar toen
vooral, on-
was, onder vasthouding aan de uitsluitende rechtsgeldigheid der
de Formulieren van Eenigheid uitgedrukte Belijdenis.
in
Alzoo heb ik mij vau den beginne gedragen naar de bede van Dr. Kuyper, mij
bij
mijn
beroep
naar
hier
dat er tusschen
bericht,
hem
en mij geen
Antagonisme mocht ontstaan.
Maar
ik merkte al ras, dat er geen eendracht
was, ja dat I)
der
In
17
hel
men
eene scheiding zou doordrijven.
Kerkelijk
Weekblad had
ik o.
a.
op den duur
Men kon met
te
verkrijgen
de »Irenischen"
ook mijne afkeuring van
het gedrag
ouderlingen (1872) kenbaar gemaakt, als zijnde eioenmaclUig en verloochening
van het Kerkverband.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's
![Het keerpunt in de jongste geschiedenis van kerk en staat - pagina 25](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/het-keerpunt-in-de-jongste-geschiedenis-van-kerk-en-staat/1887/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 436 Pagina's