Uit de diepte - pagina 415

409 schuld en macht verlossen, en hen aldus den Vader volmaakt, zonder vlek of i-impel, voorstellen zou. Mitsdien zijn zij uitverkoren door den Vader, en gekocht en verlost door den Zoon, in wiens bloed zij hun bezoedelde kleederen hebben gewasschen en wit gemaakt. En alleen zijn zij voor den troon, maar daarom ook hebben zij hunne zaligheid uitsluitend aan Gods vrije ontferming in Christus te danken, gelijk zij in hun lied erkennen, roepende met

daarom

j>De zaligheid zij onzen God, die op zit, en het La m." In waarheid, mijne hoorders! de zaligheid of het eeuwige leven is eene genadegifte Gods, door Jezus Christus, onzen Heere. Dat leert en verzekert ons de Heilige Schrift op iedere bladzijde. Zij spreekt van de vreugde des hemels, maar die alleen den gezegenden des Vaders is bereid en toegekend, en dat reeds vóór de grondlegging der wereld. Zy gewaagt van kinderen Gods, die als zoodanig de hemelsche heerlijkheid beërven; maar zij zegt ook, dat zij tot dezen staat »tevoren zijn gekend en ver ordineer d". Zij wijst op geloovigen, die zekerlijk zalig worden; maar beperkt hun getal tot j>zoovelen, als er geordineerd zijn tot het eeuwige leve n." Ja, in woorden, welke voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar zijn, getuigt zij, dat in den hemel niet inkomt dan »die geschreven zyn in s", en dat alle anderen het boek des levens des geworpen worden in den poel, die brandt van vuur en sulfer. De ontelbare schare, welke Johannes in den hemel mocht aanschouwen, bestaat alzoo uit de uitverkorenen ten eeuwigen leven. Ontelbaar is zij, en toch geteld door Hem, die hunne namen heeft geschreven in zijn boek. Elders moge dit kuddeken van Gods welbehagen als klein en onaanzienlijk worden voorgesteld, uit onzen tekst vernemen wij, dat het nochtans is »"ëene schare, die niemand tellenkan, een ontelbare schare, komende niet slechts >u i t alle natie", maar ook j>uit alle geslachte n". Ieder volk en elk geslacht heeft zyne gezegenden, die tot deze schare mogen gerekend worden, en aireede staan of eenmaal zullen staan voor den troon en voor het Lam. Maar daarom ook is de vraag alleszins gewettigd, of ook wy tot die schare behooren ? Of ook wy door Gods vrye ontferming in Christus zijn verlost en vernieuwd om straks in te gaan in den zaligen hemel, en te deelen in het groote heil, dat aldaar genoten wordt? Zijt gij allen reeds wedergeboren tot deze levende hoop? Kunt en moogt gij roemen in dat groote stem

:

den troon

,

Lam

heerlijk vooruitzicht?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen