GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de diepte - pagina 515

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de diepte - pagina 515

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

509

zonden geen slachtoifer overblijft, maar een schrikkelijke verwachting des oordeels en hitte des vuurs. En wie zijn deze nadat zij de kennis der waarheid ontdie willens zondigen vangen hebben? indien de ware geloovige Gij vraagt, hoe dat mogelijk was wel vallen, maar niet uitvallen kan? Wij antwoorden, omdat was; maar alleen tijdgeloof, geen er wel geloof aanwezig waar, geen zaligmakend geloof. Er was kennis der waarheid, een smaken van hemelsche gaven, een deelachtig zijn des Heiligen Geestes, maar geen leven in Christus. Het zaad was wel in de aarde gevallen, maar de grond was niet doorploegd met het pijnlijk yzer; er was geen braakland gebraakt om het ,

,

te ontvangen. Daarom wies het eerst wel welig op; maar werd het ook straks door de zonnestralen verbrand. Men was niet eerst arm zondaar geworden voor God de vaten

zaad

;

van eigengerechtigheid waren niet eerst geledigd, toen de stroomen der genade nedervielen, en daarom gingen de wateren des levens slechts tot het uitwendige door. Er was overtuiging, gelijk een wijsgeerig betoog iemand medesiepen kan; gelijk elk aandoenlijk er waren aandoeningen des gemoeds verhaal kan teweegbrengen; er was een besluit, gelijk het inzien van eigen belang veroorzaken kan. Er was een lust om zalig te worden, maar geene kennis van het Davidische »die God is onze zaligheid" (Ps 68). Wel was het lichaam van de vroiaw van Lot uit Sodom geleid, maar niet haar hart; daarom kwam zij om. De natuur van den hond en het zwijn was niet veranderd door een uitbraken en wasschen daarom keerden ze de een tot het uitbraaksel, de ander tot de wenteling des slijks weder. In het verband zelf van onzen tekst leert ons de Heere dat (vs. 43 vv., vgl. Luk. 11 24 vv.). Een onreine geest is van een mensch uitgevaren, doch vindt geen ,

;

:

rust en keert met zijne aanvallen weder. Hij vindt het huis o, zoo opgesierd, zoo schoon het is met bezemen gekeerd; het is opgepronkt, maar ledig. Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, boozer dan hijzelf, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar, en het laatste van dien mensch wordt erger dan het eerste. Ziet, hij vond het hart ledig, daarom kon hij er inkeeren. Ware de Heere de bewoner van dat harte geweest, was het een tempel geworden des Heiligen Geestes, ware het vervuld geweest met de genade onzes Gods, hij had er geen plaats kunnen vinden. o, Alles kan uitwendig zoo schoon zijn, maar van dat worstelen met God, dat tranen tot spijze hebben, dat roepen uit de diepte, dat wedergeboren worden had men nimmer waarachtig kennis. Men is o, zoo lief, aan allerlei werken der ;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's

Uit de diepte - pagina 515

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887

Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's