Uit de diepte - pagina 619

613

nen zouden: »Tk sloeg eenen man, omdat hij mij eene wonde; eenen jongen, omdat hij mij eene buile had toegebracht." ons Dit puntje van den sluier, over die eerste wereld voor inhad, oog gespreid, even opgelicht, doet ons zien, wat het vervuld te wezen met wrevel. En als de Heere God de gruwelen der eerste wereld in den zondvloed gewroken, en met Noach en met de aarde een verbond opgericht heeft, is het eerste gebod, dat Hij in deze des nieuwe verordening aan de aarde geeft: »Wie voortaan menschen bloed vergiet, diens bloed zal van de menschen vergoten worden." zelts in de Dit gebod heeft de Heere nooit teruggenomen, en Evanhet onder Geestes, Heiligen des bedeeling vriendelijke »De overheid gelie, is dit van kracht gebleven, als Hij getuigt draagt het zwaard tot straffe dergenen, die kwaad doen." Deze eisch der gerechtigheid was bij den Heere wel zoo bij de overernstig, dat, bij verzwakking van het rechtsbesef die doodgeéen, van bloedverwant den van recht het heid, wreken in slagen was, hem recht gaf het vergoten bloed te het den dood van den moordenaar, opdat de wrevel, die alle aarde op hier niet spookt, mensch hart van den zondigen recht vertrappen zou. Nog vindt men dit recht in zwang bij stammen van Arabië ij c hen ook nog een overblijfsel, hoe ook verbasterd, in de 1 n w e t, dat is het ter dood brengen van een misdadiger zonder van proces, wanneer de publieke conscientie door zijne :

m

_

vorm

misdaad overprikkeld Dit

korte

is.

recht heeft de Heere gewettigd, en, hoewel

God

in zijn heilige

wetten

gewijzigd, daaraan plaats aan Israël gegeven in de verordende vrijsteden, waardoor dat recht werd getemperd, opdat geen onnoozele, die zonder voorbedachten oorzaak was van den dood van zijn evennaaste, het

rade

de

worden zou van overprikkeld rechtsgevoel. het In het twintigste hoofdstuk herinnert de Heere aan Jozua gebod, dat Hij, betreffende dit stuk in zijne wetten, vroeger aan Israël had geboden. drie in het Zes steden had de Heere daartoe bestemd Overjordaansche en drie in het eigenlijke land Kanaan. Bij zij bijna een blik op de kaart van Palestina zult gij zien, dat geheele evenredig van elkander zijn gelegen en dus van uit het vlakten land spo"edig bereikbaar waren. Zij waren allen óf in ze, tot vluchtte, erheen die hij, opdat óf op bergen gelegen, zijne bemoediging, van verre zien zou. Rechte wegen waren er, die tot dezelve toegang gaven, en een drie- of viersprong van den weg moest de overheid bij

slachtoffer

:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen