Uit de diepte - pagina 713

707 wrevel

over

den

langen

vergeefschen

arbeid

in

den nacht

spreekt.

Toch is door dat antwoord, hoe barsch ook gegeven, en hoe ook verdere gemeenzaamheid afsnydend, de vreemdeling niet afgeschrikt. Hij geeft te kennen, dat zij het net aan de rechterzijde van het schip moeten uitwerpen, en hij durft zelfs beloven, dat ze dan zullen vangen. Wie bestaat het dit te voorzeggen ? Zijn blik dringt door den waterspiegel heen, gelijk Hij de geheimste gedachten van den mensch doorgrondt. Of ook Hij gebiedt, dat vele visschen, her- en derwaarts verspreid, zullen tezamen komen op de plaats, door Hem bepaald Het is de Heere Doch de oogen der discipelen worden gehouden, dat zij Hem niet kennen, gelijk die der Emmaüsgangers. Toch durven zij niet nalaten naar het woord van dien onbekende te handelen. Nog eenmaal werpen zy het net uit, het wordt opgehaald, en zie, het bevat zulk eene menigte van visschen, dat zij het met groote moeite voortsleepen. Nu worden de oogen van Johannes geopend. Hy begint de trekking te gevoelen, die er van den oever naar het schip Heere." Petrus uitgeoefend wordt en spreekt » Het is de moet daarop ja en amen zeggen. Ook bij gevoelt zich nu tot den Heiland getrokken, hij moet zoodra mogelijk bij Jezus :

springt in Hij laat de groote vangst in den steek en zoekt zwemmende den oever te bereiken. De anderen sturen recht naar de kust aan, sleepende het net met de visschen. Toen allen aan het strand gekomen zijn, vinden zij daar een kool vuurs en visch daarop liggen en brood. En met de gevangen visch wordt een maaltijd bereid, waarbij de Heere de monden met spijze en de harten met vroolijkheid zijn.

,

zee

vervult.

Er bestaat, dit blijkt duidelijk uit onzen tekst, een band tusschen Christus en zijne geloovigen. Hoe deze te beschryven? Dit is niet in woorden te brengen; het is een groote verborgenheid. Toch weten wij uit Gods Woord, dat er een innige, onafscheidelijke gemeenschap tusschen Christus en de geloovigen bestaat, waardoor Christus en de schapen zijner weide door den Heiligen Geest alzoo vereenigd worden, dat zij een verborgen lichaam vormen, waarvan Christus het Hoofd is en de geloovigen de leden vormen, die deelhebben aan al de weldaden, welke de Heere verwierf. Christus wordt ons geleerd de Immanuel te zijn, die in ondertrouw wil treden met zijne gemeente. Hij is de Wijnstok, de geloovigen zyn de ranken. Hij de Bruidegom, zijne kerk de bruid; gelijk ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen