Uit de diepte - pagina 104

98

n

i

e

u

w

n

i

g,

van wederbaring door

zijn

Heiligen Geest.

Om

hun

zaligmakende kennis mogen ontvangen van hetgeen God aan zijn volk geopenbaard heeft. Wij merken hier nu wel, dat wij de tegenstelling tusschen het oude en het nieuwe verbond niet absoluut moeten opvatten, alsof het hier beloofde nieuwe verbond een geheel ander zou zijn dan het oude. Neen, wat de innerlijke kern en het wezen van het oude verbond betreft, was het hetzelfde verbond der genade, als dat nieuwe, waarvan hier sprake is. Maar wij weten immers wel, hoe de apostel zegt: »Wij doen niet gelijkerwijs Mozes, die een deksel op zijn aangezicht legde, opdat de kinderen Israels niet zouden sterk zien op het einde van hetgeen teniet gedaan wordt." En hoe hij daartegenover stelt de heerlijkheid der nieuwe bedeeling: »En wij allen, met ongedekten aangezichte de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel aanschouwende, worden naar hetzelfde beeld in gedaante veranderd." Ziet, de openbaring des Heeren aan zijn oude volk Israël was immers onder schaduwen en ceremoniën en offeranden. De milde en ruime en heldere bedeeling des Heiligen Geestes was voor de tijden der vervulling bewaard. Het behaagde den Heere wel enkelen zeer, zeer helder in te leiden, maar het volk als volk genomen, de bedeeling als bedeeling genomen o, wat zuchtte dan alles als het ware naar helderheid en vervulling. Het volk onder de oude bedeeling ontving ook wel de voorproeven van den lateren maaltyd. Maar o, die vette maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn, dien heeft de Heere aangericht voor het volk in de dagen der kroning van zijn lieven Zoon en van de uitstorting der gaven, door Hem verworven. En dat belooft de Heere hier: »Ik zal mijne wet in hun binnenste, in hun verstand geven en zal die in hun hart schrijven." o, Dat wijst op een verandering en vern i e u w i n g van zin en genegenheden door den Heiligen Geest. Want zie, van nature staat wat God geopenbaard heeft tegenover ons, op steenen tafelen, of in het boek des Woords; maar wij zijn er niet innerlijk en van harte mede vereenigd. Maar er tegen gekant, o Dierbare vrucht van de hartveranderende, wederbarende werking des Heiligen

licht

des Geestes te geven, opdat

zij

,

,

,

,

wanneer niet alleen het verstand mag veren de oogen ontdekt, om Gods heilgeheimen recht te verstaan en te beschouwen, maar wanneer ook het hart, de ziel, het inwendige van ons vereenigd gemaakt wordt met hetgeen God openbaart, om te buigen onder den Geeste»,

licht worden

,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen