Uit de diepte - pagina 463
457
II.
nEn zij kwamen met haast, en vonden Maria en Jozef, en het kindeke liggende in de k
r
i
b b
e."
vinden en zien het woord, dat
Zy
schied Ook
er geHeere hun heeft verkondigd. want zij dit zien is een wonder
is, hetwelk de
dit
zien niet zien den
vinden,
;
maar de kribbe, de doeken, het kindeken,
—
zij
Zaligmaker, Christus, den Heere. Zij zoeken in Hem niet slechts Immanuel, maar zij vinden en z e n in Hem den Christus. Zij zien Hem met oogeu i
des geloofs. Zij aanbidden en danken: nWij hebben gevonden!" Dit vinden, dit zien noemen wij een wonder. Of vindt en ziet ieder in dat kindeken in de kribbe den
Zaligmaker, Christus,
den
Heere?
Ach! velen, aan wie de herders straks het woord bekend maken, dat hun van dit kindeken gezegd was, verwon-
deren
zich op zijn best. staan ook op dit
Kerstfeest in gedachten bij de kribbe, schouderophalend, even arm en koud als altijd! Als Immanuel onder zijn volk is opgetreden aan blinden het gezicht en aan dooven het gehoor gegeven heeft melaatschen heeft gereinigd en dooden opgewekt; aan armen het is uit het Evangelie heeft verkondigd als Hij opgestaan graf en den Heiligen Geest heeft uitgestort, als vele wonderen en teekenen geschieden in zijn naam, vindt en ziet dan ieder in Hem Ach de menschen zeggen van Hem, dat Hij is Elias of
Velen
;
;
;
Immanuel?
!
maar den Zagroot profeet! ligmaker, Christus, den Heere vindt en ziet men in Hem niet. Wie dat in Hem ziet en vindt; zoo iemand Hem belijdt de Christus te zijn, die moet uit de Synagoge geworpen worden. Indien Hij voor den Christus gehouden een van de profeten; een
wil worden, zoo is Hij des doods schuldig. Wordt Hij aan het volk voorgesteld: nZiet uw Koning!" zoo breekt het getier los: «Neem weg; neem weg, kruis Hem, kruis Hem!" Zij vinden in Hem veel goeds, maar den Zaligmaker,
den
Christus,
den
Heere
niet
!"
Daarom is het een wonder, dat Andreas jubelt: nWij hebben gevonden den Messias, den Christus!" Dat de Samaritaansche aan ieder durft vragen: nis deze niet de Christus?" Het is een wonder, zoo des Heeren discipelen op de vraag: »En gij, wie zegt gij, dat Ik ben?" met Petrus ant-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1887
Abraham Kuyper Collection | 820 Pagina's