Het werk van den Heiligen Geest - pagina 56
Het werk van den Heiligen Geest voor de kerk in haar geheel.
IS
ex nrGAAXDE dadex god=.
rN'BLi.rrE>'T)E
greep, van eeuwigheid en tot in alle eeuwigheid beslaan zal, elk dezer drie
goddelijke personen leeft en Heft en looft naar zijn personeele eigenschap-
Vader vader tegenover den Zoon, de Zoon xoon tegenover en de Heilige Geest van beiden, Vader en Zoon, uitgaat.
pen, zoodat de
den Vader
blijft
Maar hoe
dan
dit
te rijmen, vraagt ge,
met het zooeven
gestelde, dat
alle
inblijvende daden Gods, zonder persoonsonderscheiding, aan den
der,
den Zoon en den Heiligen Geest gemeen
Wezen
het
?
Deze vraag
zijn
tusschen tweeërlei soort van inblijvende daden
namelijk daden in het goddelijk Wezen, die bestemd zijn
en
gaan,
te
er
Bestemd om
Mijl en.
zijn
om
later
andere daden, die eeuuig in het Wexen xullen
gaan
uit te
trekking hebben, en bestemd die,
slechts
onderseheide.
Er uit
volkomen gerechtvaardigd en vindt haar oplossing
is
men nauwkeurig
hierin, dat
Gods
Va-
en dus daden zijn van
zijn,
om
zijn alle
in het
daden, die op het schepsel be-
Wezen
te
blyven
zijn
alle
daden,
zonder op het schepsel betrekking te hebben, alleen betrekking heb-
ben op het leven tusschen den Vader, den Zoon en den Heiligen Geest in het eigen goddelijk
Xeem vende
Wezen.
de uitverkiezing ea de eeuwige generatie. Beide
bijv.
zijn
inblij-
Gods. Maar toch met sterk sprekend onderscheid. Immers,
daden
de eeuwige generatie van den Zoon door den Vader
is
een daad, die nooit
We-
naar buiten kan treden, maar eeuwig in het mvsterie des goddeiijken zens
blijft.
Terwijl omgekeerd de uitverMexing wel als raadslag een inblij-
vende daad was, maar niettemin bestemd, de roeping der verkorenen
uit te treden
om
in
de volheid des
tijds
door
naar buiten.
Beschouwt men nu zulke daden des Heeren, die inblijvend
zijn
om eeuuig
inblijvend te hlijven (dat zijn zulke daden, die niet op het schepsel betrek-
king
maar voortvloeien
hebben,
Zoon en
uit
de betrekking van den Vader, den
den Heiligen Geest onderling),
dan behoort
bij
deze inblijvende
daden wel terdege op de personeele eigenschappen van die drie Personen gelet
te
bestemd
worden.
Daarentegen
om naar
zijn
tuiten
die andere inblijvende daden, die wel
bij
treden en die betrekking hebben op het
te
schepsel, vervalt deze personeele onderscheiding ganschelijk, en het is
deze, dat de regel bedoeld
vende werken
daden
is,
dien
we boven neerschreven, dat
van het geheele Wezen
zijn,
van
alle inblij-
zonder onderscheiding
der Personen.
Mogen we op,
hoe
tweeërlei
het met een trek uit het aardsche leven toelichten,
vader, moeder en kind soort
van daden doen
in het ;
merk dan
verborgene van het huislijk leven
deels daden, die uit
trekking voortvloeien, en deels daden, die bestemd zijn
hun onderlinge be-
om
naar buiten te
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1888
Abraham Kuyper Collection | 303 Pagina's