Het werk van den Heiligen Geest - pagina 154

;

DE HEILIGE GEEST

16

1

HET MYSTERIE DEK VEEESCHWORDING.

IN

XIX.

DE HEILIGE

«EE$!»T

HET MYSTERIE OER VLEE^^^HWORDIKG.

IIM

Het Woord

vleesch geworden, en

is

heeft onder ons gewoond, en wij liebben zijne heerlijklieid

Nog

vraag

ééne

ous

rest

w. wat in het toebereiden van Jezus'

t.

gewone

geweest

officie

De Zone Gods lijke

heeft

:

14.

Hchaam het

eigen werk en de buiten-

Heiligen Geest.

aangenomen een volkomen waarachtige mensche-

lichaam

naar

natuur,

God den

van

zij

1

uiterst teedere en heilige materie,

deze

in

aanschouwd. Joh.

en

ziel beide.

Hij heeft die echte, wezenlijke

menschelijke natuur aangenomen, niet in een staat van ongeschondenheid,

maar

deze ingezonken menschelijke natuur heeft de Zone

eindelijk,

nomen

nu echter

Terwijl

alle

menschelijke personen, die als nakomelingen van

een vrouw, door teling des mans, geboren worden, niet alleen

uit

worden

geboren

verzwakte

een

in

hen overgebracht wordt,

Hem

is

is

persoon

dit bij

Adam

de erfschuld van

menschelijke

geschapen

aannam. Dientengevolge en

natuur,

doordien hun de schuld van

zondaars,

Gods aange-

nakroost, bepaaldelijk uit den maagde-

van Maria.

lijken schoot

in

Adams

uit ons geslacht, uit

Adam

En

den staat van gevallenheid, ingezonkenheid en verzwakking.

in

is

Adam

maar ook

doemschuldige

als

toegerekend en de erfzonde

den Middelaar

niet alzoo.

niet toegerekend, overmits Hij niet als

is,

maar

de erfzonde op

slechts de menschelijke

Hem

natuur

dan ook niet overgegaan,

Hij nooit, nimmer, ook niet één ondeelbaar oogenblik, xondaar geweest.

is

Wel droeg

Hij als Middelaar, Borg en Hoogepriester de zonden der

uit-

verkorenen, maar dit deed Hij voor hen, in hun plaats, hen vervangende iets

wat Hij

geweest Israël,

of

onder

zou hebben kunnen doen, indien Hijzelf zondaar ware

verband

van

erfschuld ware ontvangen.

Een rund

in

dat wegens stooterigheid gedood moest, kon uiet op het altaar komen.

Wat op

het altaar

tochtelijk, sluit

niet

het

komen

zou, moest rein, gaaf,

plaatsbekleedend, zelf

staan

hoogepriesterlijk

volkomen

dragen

onder erfschuld en het zelf

zonde liggen volstrekt en algeheellijk

uit.

in

zijn.

Het borg-

van anderer schuld

gemeenschap met de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen