Locus de Consummatione Saeculi - pagina 767
College-dictaat van een der studenten
435 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
men
nooit iets uit zijn kroon afleiden,
De onderdanen, maar Christen was.
wat
niet gelden zou,
wanneer
hij
geen
onderscheiding van credentes en cives moet niet alleen op de
daarom
ook op de magistraatspersonen toegepast,
is
uit
de
van den magistraat voor een bemoeiing met de kerk niets af te leiden. De Gereformeerden geven zelf toe, dat alleen uit den magistraatspersoon als geloovige in de kerk van Christus iets valt af te leiden, waaruit dus eo ipso volgt, dat die twee qualiteiten gescheiden moeten blijven. De keizer van Duitschland zit in de kerk niet als Overheid, maar als Christen, als geloovige die de natuur, den aard en de wetten van het Koningschap van Christus moet handhaven. Maar als zoodanig is hij nooit magistraat. In de vergadering der geloovigen komt alleen de geloovige broeder en nooit de magistraat en in het stadhuis komt nooit de geloovige Christen, maar altoos de burger van den qualiteit
ötaat.
2^ Ten tweede
strijden die beginselen met de theorie omdat,
wanneer aan de
Overheid het ius circa sacra ivordt toegekend, het Koningschap) van Christus een yjdele
klank
geworden.
is
Men kan
door den keizer van Djokjo. Op voorbeeld van Jan-Compagnie heeft ons gouvernement aan de Overheid, den vorst van dit het best voorstellen
Soerakarta en Djokjokarta, de keizerlijke hoogheid en souvereiniteit gelaten,
maar metterdaad waardigheid
regeert daar het gouvernement. Terwijl ze
lieten,
nam
hem
de keizerlijke
het gouvernement het ius circa, zooals de inning van
van doodstraf en allerlei rechten, die anders de souvereiniteit Zoo werd die vorst tot roifainéant, een stroopop-koning gemaakt,
tollen, het recht
uitmaken.
terwijl de resident eigenlijk regeert.
Juist op deze wijze
hebben nu ook de Gereformeerden door aan de Overheid
breede ius circa sacra toe te kennen, het Koningschap van Christus tot een tiiidair Koningschap gemaakt. Christus is in naam Koning Zijner kerk. Hij kan in de kerk niets uitvoeren, omdat feitelijk de aardsche Overheid in de kerk dit
regeert.
Hier boven is reeds besproken en met de stukken aangetoond, hoe elke openbaring van de kerk zonder den persoon van den magistraat onmogelijk was geweest, maar de uitkomst toont, dat onze Gereformeerde kerken hier ie lande door de Overheidsmacht geheel machteloos zijn gemaakt, ontzenuwd, van haar basis afgetrokken en verstoord in hare organisatie. 3.
van
Eindelijk Christus
de
ivet
In
dit
van
komt
de
opzicht
nog
hier
heerscht,
aardsche
dat,
waar
de
in
Zijne
kerk moet heerschen, evenals
alleen
in
bij,
natuurlijk
die
Overheid
den
wet
van
het
burgerstaat
Koninkrijk
moet gelden.
staan deze twee wetten tegenover elkander. De wet van het
Koninkrijk van Christus
ligt
opgesloten in 2 Cor. 1
vs. 24.
Geen heerschappij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's