Locus de Consummatione Saeculi - pagina 447

115

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek). eene nog niet volledige ontwikkeliyig. Ziedaar allereerst bij het uitgangspunt zelf

van de literarische faculteit de moeielijkheid, waarin zij verkeert. Ze kan, wat haar hoofdobject betreft, in den mensch met de feiten voor oogen het normale niet anders zien dan door het Pantheïstisch proces te aanvaarden. Is dit eenaanvaard, dan is de oplossing van alle dingen opgehe'/en, opgeheven ook de tegenstelling tusschen goed en kwaad, tusschen leugen en waarheid. De Pantheïstische oplossing van het probleem is de opheffing van het klare bewustzijn, dat heldere begrippen met scherpe begrenzingen heeft. Worden

maal

die

weggenomen, zoo wordt het bewustzijn verduisterd en het

dat

de

literarische

liezen; ze

In

wordt

faculteit

gelijk

een lamp, die

logisch ivezen.

tot

gegevens

tert

en de literarische facidteit

Thans zullen we groepen, die

bij

dit

tot

is,

te ver-

met de Openbaring rekenen ivil en moet rekenen met den mensch normaal. Daartegen strijdt echter

zich heen,

Ze neemt dien mensch

empirie. Ze neemt de toevlucht

de

om

resultaat

met het menschelijk bewustzijn geen licht meer geeft.

kort: de literarische faculteit, die niet

't

eenvoudig zich bei^erkt als

eindigt

't

a.ls

Pantheïsme,

verliest

dat de grenzen verduis-

haa,r object.

nader adstrueeren ten opzichte van drie belangrijke

de literarische faculteit aan de orde komen, nmX.

ö^e

philologie,

de historie en de philosophie. 1^.

We die

De

philologische groep.

weten,

men

staan, historie

kunde

de

dat

philologische faculteit in engeren zin een groep heeft,

de philologische noemt. Daaronder wordt dan niet de faculteit ver-

maar

a,lleen

taal

en letterkunde.

Daarbij

en als derde de philosophie. Zoo krijgt

komt

men

als

tweede groep de

dus eerst taal en

letter-

vormen, waarin 't menschelijk bewustzijn zich uit; daarna historie als hetgeen het menschelijk bewustzijn en 't menschelijk geslacht in daden getoond heeft en de philosophie als openbaring van wat 't menschelijk bewustzijn zich omtrent den stand van het heelal, de eindige en oneindige dingen voorstelde. 1. Om 't concreet te stellen, beginnen we met bij de philologie de taal als taal te nemen. Wat kan de philologie buiten de Openbaring doen om in het wezen en de kennis der taal door te dringen ? Ja, ze kan de talen in verschillende dialecten gesproken, opteekenen; gegevens verzamelen, in de oudheid als

de

teruggaan, uitgestorven talen uit hun dood opwekken, en ze weer in de oud-

terugbrengen zij kan verschillende talen vergelijken, wetten opsporen en verband trachten te krijgen, wat betreft de verbinding van woorden, den etymologischen vorm en de syntactische constructie. Zoo vindt men inderdaad veel samenhang en een stellige organisch-genealogische verbinding. Maar op zekere hoogte gekomen, eindigt deze studie met een zeker „non liquet" want

heid

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen