Locus de Consummatione Saeculi - pagina 380

48

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

gedaan tot wat achter Israöl gelegen is, om tè vindic'eeren, dat in de goddelijlce Theodicee alle volken eene roeping te vervullen hebben. Zeer heroïek komt dit ook uit in Jesaja 45. Leest men den aanhef, dan schvjnt 't bijna oneerbiedig, zooals G-od daar tot een Heidenschen koning spreekt. De woorden van vs. 3 zijn dan ook zoo machtig, dat men zich afvraagt, of hier van den Messias of van een Heidenschen koning gesproken wordt. Men gevoelt, dat hier een zeker type van Messias optreedt. Vervolgens is er op te wijzen, hoe in de H. S. de profeten Jona en Nahum niet naar Israël en de Heidenen gezonden zijn, maar uitsluitend profetieën geven over de historie en toekomst van Heidensche volkeren. Ps. 87 VS. 4 — 6. De scheidsmuur tusschen Heidenen en Israël wordt geheel

weggenomen. Dit gaat zoo voort tot de komst van Christus. Dan aanstonds een teeken van Gratia communis bij de kribbe van Betlilehem. Niet alleen Engelen uit den hemel dalen op aarde neer om den Messias eer te bewijzen, maar ook de Wijzen uit het Oosten komen om hulde te brengen aan den jonggeboren Koning. Zilver en goud dragen ze aan, zoodat de Heere in zijn eerste levensjaren niet leefde van hetgeen Israël, maar van hetgeen de Heidenen samenbrachten. Letten we op het verloop van 's Heilands leven, dan treedt in de XII geloofs-

artikelen een Heiden op: „die geleden heeft onder Pontiiis Pilatns."

Het leven van Jezus wordt door twee machtige feiten beheerscht: 1. door een gebod, uitgaande van keizer Augustus; 2. door een rechtspraak vanden landvoogd Pontius Pilatus op Gabbatha. Dat hier een rechtspraak over Christus gevallen is, niet van Koning Herodes of eenig ander daarbuiten, maar van die Overheid, die in juridische ontwikkeling alle andere volken in naam verre overtrof, toont, dat ook weer die juridische ontwikkeling van het Komeinsche volk niet iets bijkomstigs is, maar dat God het daarheen leidt, dat, wanneer goddelijk en menschelijk recht in botsing zullen geraken en breking zal komen, de menschelijke rechtspraak in haar ontwikkeling wordt uitgesproken door die macht, die als juridische macht het in Gratia Communis het verst had gebracht. Evenzoo merken we op, dat waar de apostelen uitgaan, er van de Joodsche Apostelen al heel weinig terecht komt. Niet deze laatsten, maar Paulus hij, die zich onderscheidde beide als Romeinsch Door Gods bestel is Paulus gevoerd naar twee plaatsen, die cle hoogtepunten Waren van de ontwikkeling der Gratia Communis in het voor-Christelijke tijdperk. De Areopagus in Athene was het hoogtepunt der (irioksche beschaving. Het andere was liet Keizerlijk paleis te Rome. In deze twee wordt al de rijke vruclit van G. C. gesymboliseerd.

stichtte de ecclesia oecumenica,

burger en Grieksch geleerde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen