GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 490

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 490

College-dictaat van een der studenten

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

158

College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

Gods

wil,

door den qualiteit

de

maar ook

ivil

lan

Gods zi/jn

te

posii ief

wordt daardoor een antithese geboren; immers

vernietigen poneert de ynensch eo ipso thetisch de goddelvjke

eigen wil.

Daarom

is het stelsel

volkssouvereiniteit de meest absolute uitwerking

in Pelagius,

van de Fransche Revolutie en

van

het Pelagianisme.

Het

is

dat werkelijlc op het gebied der genade de wil als zoodanig zich

geponeerd heeft. In het Fransche systeem heeft zich die theorie van den wil ook in het ri/jk der natuur geponeerd. Dit stelsel zou tot ommekeer van de natuur geleid hebben, als de mensch goddelijke macht had. De Goddelijke wil mainteneert zich door Gods almacht. God schept uit een wil op zich zelf ;

kan nooit gezag voortvloeien, wel de pretentie tot gezag, maar die kan zich niet realiseeren noch mainteneeren. Zoo is in de Fransche Revolutie de menschelijke tvil met deze pretentie opgetreden, maar daaraan ontbrak de achtergrond van almacht. Men kon wel eenen „cdwil" poneeren, maar niet de almacht daarachter schuiven. De natuur toch bleef de natuur, het menschelijk leven bleef hetzelfde, evenzoo bleven de verhoudingen van mensch en mensch, de sociale verhoudingen zich openbarend in de verhouding van vader en kind, heer en knecht enz.; eveneens bleef de overmacht der natuurelementen bestaan en de afhankelijkheid van den mensch daarvan; zoodat het stelsel van den alwil Pelagiaansch in den mensch rustte, te midden van eene daaraan niet beantwoordende realiteit, want deze beantwoordde aan de suprematie van Gods wil, die den mensch in afhankelijkheid hield. Het was een slaaf, die droomde God te zijn, maar die, ontwaakt, zijn kluisters gevoelde.

van de Pelagiaansche pretentie der verband met de feitelijk heerschende oppermacht Gods in de souvereiniteit over den mensch naar ziel en lichaam en met de ongelijkheid van mensch en mensch, daaruit is al de jammer van onzen tegenwoordigen toestand geboren. Met dien alwil in een geheel anders geconstrueerde wereld kan de mensch wel doctrinair in Pelagiaansche wilsvrijheid indroomen, maar niet realiseeren. Vandaar dan ook, dat de liberalen en die richtingen, die met doctrinen van den Pelagiaanschen alwil dien individualistisch wilden doorzetten, gestuit zijn van klip op klip en in de sociaal-democratie zich de consequente zucht openbaart tot een maatschappelijke omzetting om zoo de realiteit met den Pelagiaanschen alwil in overeenstemming te brengen. Nog zuiverder is de consequentie, dat Anarchisme en Nihilisme, inziende, dat het niet kan gelukken, zich ten doel gesteld hebben niet alleen de bestaande maatschappij om te zetten, maar ze te vernietigen, om al het bestaande tusschen mensch en mensch op te lossen en al wat door menschen op aarde geproduceerd is, te Uit

die

innerlijke

Fransche Revolutie

in

tegenstrijdigheid

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's

Locus de Consummatione Saeculi - pagina 490

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's