Locus de Consummatione Saeculi - pagina 498
College-dictaat van een der studenten
160
College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
volkomen overheid. De beginselen
aanwezig, maar ze ontwil^kelen zich
zijn
onderdaan en de overheid is onderdaan. Het gezag ligt dan alleen in de zelferkenning van den mensch, en het wordt geboren, waar de mensch het opricht. Zoo wordt alle gezag vernietigd en is het slechts een bewuste daad, die voortvloeit, niet uit de substantie Gods, maar uit Zijn bewustzijn. In Hegel was God God geivorden; in den kop van Hegel was God zich bewust, dat Hij God was en de Overhoogheid bezat. Bij Hegel is overheid gelijk aan onderdaan, evenals hij leert, dat wit zwart is en licht duisternis. Er blijft dus niets over, dan dat gezay zich in deyi mensch zélf opricht, rustende op de erkenning van den mensch zelf. Werkelijk is dus alle gezag door het de oplossing
steeds;
is
is
eindelijk, dat alles gedïentifleerd wordt, de
overheid
Pantheïsme vernietigd. Het Pantheïsme heeft daarvoor absolutcn
staat,"
maar ook
dit
in de plaats
geeft
niets
zoeken
te
sioWen „den mystieken
en het komt op hetzelfde neer.
Vraagt men toch den Pantheïst „waar is dan die staat?" dan luidt het antwoord, dat men dat aan de philosophie moet vragen. Dat weet Hegel. Altoos moeten we dus hierop letten, dat die persoon in wien de wordende Gottzich bewust is, zich het meest ontwikkeld heeft, de eigenlijke persoon is, van wien alle gezag uit gaat. Alleen, waar dit aldus erkend wordt, bloeien zulke philosophische stelsels.
Noch met het Deïsme, noch met het Pantheïsme 0.
De bij
is
dus
iets te
vorderen.
Het Theïsme. uitoefening van het gezag
die
belijdenis,
die
is
dat
zegt,
alleen
te
vinden volgens de The'istische
God en de wereld
niet één,
maar
lijn
en
twee zijn,
en ten andere dat niet de wereld en God als (tegenover het Pantheïsme) twee elkaar vreemde sferen naast elkander staan, maar dat God immanent ;
in die
Het
wereld werkt, (tegenover het Deïsme). is
de belijdenis der transcendentie tegenover het Pantheïsme, en der
imma-
Theïsme zich in ons menschelijk bewustzijn poneert. God transcendent tegenover het Pantheïsme, want Hij verzinkt niet in de wereld, maar is een andere dan de wereld God immanent tegenover het Deïsme, want Hij laat de wereld niet aan zich zelf over, maar doordringt ze van oogenblik tot oogenblik met Goddelijke kracht. Op dit standpunt is er eerst sprake van overhoogheid van den transcendenten God en van een door Hem geschapen kosmos als Zijn onderdaan. Volgt dit uit de transcendentie, uit Gods immanentie volgt, dat hij machtig is ook rechtstreeks, zonder middelen zijn gezag, macht en autoriteit in de wereld te handhaven. Denken we dan alle menschelijke overheid en alle op aarde ingesteld gezag weg, dan zou God de Heere daarom niet minder Zijn regiment over geheel nentie tegenover het Deïsme, tvaardoor het
;
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
![Locus de Consummatione Saeculi - pagina 498](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/locus-de-consummatione-saeculi/1891/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's