Locus de Consummatione Saeculi - pagina 185
College-dictaat van een der studenten
183
van een der studenten (Dogmatiek).
College-dictaat
Weer
begint de apostel
met de
betuiging, dat
hij
aan
liet
vleeschelijk Israël
zich gehecht gevoelt, dat hij zijne vleeschelijke betrekking tot de Joden
blijft
gevoelen. „Heeft God dan zijn volk verstooten?" (vs. 1). Dat vroeg ook eens E'^ia, wiens oog voor de kern van Israël niet open v^as (vs. 2 en 3). Maar Gods antwoord daai'op was: „Ik heb Mij zelven nog zeven duizend mannen overgelaten, die
de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben"
En is
gelijk het in zijne
het
Dan
mi
volgt
in
dat
vs.
7
eene klare
geweest en zoo ook
uitspraak als de verklaring van dat ver-
door de geheele geschiedenis heenloopt:
Israël als natie jaagt
ten gevolge van zijn valsch ideaal tot de nagaais
wel het
ideaal wordt gegrepen, en
Bat is
(vs. 4).
altijd
onbereikbaar ideaal na; het maakt dan ook fiasco, het
komt
het
het
is
(VS. 5).
schijnsel,
een
dagen was, zoo ook
is
schipbreuk; toch het
Ivloyri.
zegt vs. 8 — 11. „De tafel", waarover Paulus hier spreekt,
voorzegd,
die des
het door de
i?t>fta grijpt
lijdt
— maar
Avondmaals, „de
tafel des Heeren", die in de christelijke „kahal" het altaar der Joodsche. Onder deze T^ans^a verstaat hij
was gekomen voor
den geheelen Joodschen eeredienst. Heeft
dat
alles
nu
een doel? Ja, dat doel, dien dieperen achtergrond geeft
VS. 11 v.v. aan:
Hun val was maar niet enkel om te vallen; neen, hun val draagt vrucht, wekt jaloerschheid bij de anderen en wordt oorzaak, dat de aarrjQia ook tot de fO-j-jj komt, dat de ..kahal" van Christus zich over de heele wereld uitspreidt. En nog dieper gaat hij daarop in met vs. 12 hier raakt Paulus den hart:
ader van de heele kwestie aan: Er
is
maar
niet alleen een nagénrwfia, doch er
komt ook eens na
dat naQÜTtTco^cz een jikTjQtofia van Israël. Van de beteekenis van dit laatste woord hangt het af, hoe we de verdere positie van Israël hebben te verstaan. Wat beteekent het dus? Paulus hoopt volgens vs. 14 Tivdq f'i avrav nog eens te behouden; en daarom drijft hij de prediking tot de
heidenen zoo sterk, opdat heid
hij
door de zaligheid der heidenen hun tot jaloersch-
mocht verwekken.
Vs. 15 dno^oX-^ slaat terug op naganTcofia van VS. 12. TCQÓaXrjipig
.^XrjQot/ucc
.,
moet dus
,,
niet
„
nlrjQa^a
„
„
„
verstaan van „de volheid van Isra-1" in den zin
van „de bekeering van alle [itavres) Joden", maar .,van rivf's." Hadden de Joden den Christus niet gekruisigd, dan ware er geen 5t«raAio:y/y geweest. Maar nu Israël den Christus heeft gedood en zich door dien dood ten val heeft gebracht, nu is het in zijn TtaQdnicouK oorzaak geworden van de TKXtaXlayrj rov KOCfiov.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's