Locus de Consummatione Saeculi - pagina 318

815 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).

:

worden

verzadigd

zal

.,Ik

17

uw

met

beeld,

als

ik

zal

op waken."

(Ps.

15.)

„Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien" (Matth. 5 8.) Deze laatste uitspraak mag men niet verwateren. De zaligsprekingen wijzen alle rechtstreeks heen op de eeuwige heerlijkheid. Wie hier onrecht lijdt, zal eenmaal heel de aarde bezitten, waarom nu de wereldsche machten steeds :

strijden:

(Matth.

„Zalig zijn de zachtmoedigen;

want

zullen het aardrijk beerven."

zij

5:5).

Eveneens: (Matth. 5

:

„Zalig

4

coll.

die

zijn,

Luk. 6

:

treuren;

21 „zalig

want

zijt gij,

zij

die

vertroost

zullen

nu weent

worden"

enz.")

Dat wil niet zeggen, dat God hen hier nog wel eens vertroosten zal. Neen, zij zullen, die nu weenen, terwijl de anderen lachen, als die anderen de eeuwige verdoemenis ingaan „waar weening is en knersing der tanden", eeuwig door God den Heere vertroost worden.

maar

Zal deze zaligheid voor allen gelijk zijn

?

De De

tot

En

acoTïjQLa is

de staat, de dó^a is de stand.

staat is hier de relatie, waarin die

staat

is,

dat

eenmaal

we

allen, die

God

zijn.

van Christus

zijn,

de fruitio Dei

zullen hebben.

In een land is maar eene kleine klasse van burgers „hoffahig". Dat duidt een staat aan, waarin men verkeeren moet. Zoo ook hier. De christenen, die ontslapen zijn, zijn tot op de opstanding nog niet „hoffahig". Doch dan ontvangen zij den toegang tot God. En dit nu geldt natuurlijk voor allen gelijk, dat brengt de aard dei' zaak zelf mee, want de staat is gelijk. Allen hebben de zaligheid, allen bezitten de visio ac fruitio Dei Triunius.

Heeft die visio ac

fruitio

dan voor allen

hetzelfde effect?

Het effect, dat zij heeft, is voor ieder secimdmn mensuram jJG't'^onae ejus. Denk u b. v. naast elkander een Mattheus en een Johannes, of een Nahum en een Jesaja. Aan den een is veel rijker instrumenteering van de ziel gegeven dan aan den ander. De een heeft een veel rijker aanleg ontvangen om dieper kennis in zich op te nemen dan de ander. Dit verschil nu in natuur en aanleg is niet toevallig, maar is door God zoo geschapen en heeft daarom eeuwige beteekenis. Dat verschil zal

blijven

voortduren.

in

En daarom

vatbaarheid voor de visio et fruitio Dei van die zaligheid door den een meer

zal

worden ingedronken en genoten dan door den ander. Doch daarom is het geluk van den een niet grooter dan dat van den ander. Er zullen niet gelukkige en gelukkiger wezens zijn. Want meer te krijgen, dan men opnemen kan, maakt niet gelukkig. Denk maar, ook al is het zeer

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen