Locus de Consummatione Saeculi - pagina 105
College-dictaat van een der studenten
103
College-dictaat van een der studenten (Dog-matiek).
De eeuwigheid is het heden, een nooit eindigende springende fontein. „Heden heb Ik u gegenereerd." Daarom wordt er dan ool^ nooit in den verleden tijd gesproken, maar altijd het praesens gebruikt. Jezus zegt: Ztl èya din,. En de Heere verklaart: „Ik hen, die Ik zijn zal." Wat is, blijft, vergaat niet; en dat is het leven, het eeuwige leven, dat Jezus meedeelt. Nu komt de vraag: welke toepassing vindt dit ojj den status intermedius? En dan is het antwoord: daar kan geen „chronos" zijn. Uit de Schrift zien we duidelijk,
dat de
anima separata
yviivóg is d.
i.
uitgetogen, uitgelicht uit den
kring van het kosmische leven; niet alleen uit het lichaam, ovQccvóg,
de
yrj,
God zweert
in
De mensch wordt uitgenomen
de d-alaaaa.
Openb. 10
:
6.
geen oog en
Hij heeft
reeds,
als
daarom het gebruisch der &dXaaaa
wij
buiten
contact
met den
niet.
uit
den
daarom het licht niet, daarom de yrj niet; geen En waar wij nu op aarde
ziet
dat van den ovQavóg neerdaalt; geen voet en betreedt oor en hoort
maar ook
uit dat alles, waarbij
^óa^og zijn, ook buiten den tijd zijn;
den status intermedius moet geen met de „werdende Natur" is tijd afgebroken en daarom dan ook het contact met den tijd. Verder leert de Heilige tSchrift, dat de anima separata bonorum is cum Christo en een leven leidt als dat der engelen Gods. Deze beide nu zijn tijdloos derhalve vloeit ook hieruit voort, dat de status intermedius van de anima separata -zonder tijd is. Als men dus in den dag des oordeels ontwaakt zonder besef, dat er zooveel eeuwen verloopen zijn, terwijl men dan eerst met het lichaam het besef van den tijd terugkrijgt, dan zal het zijn, alsof men een
kan het derhalve niet anderS; of
zoo
zijn,
wijl
alle
contact
met het
in
Ttccvra qsl,
;
langen droom gedroomd heeft.
Het tweede punt, dat
2.
te
bespreken
valt; is
de vraag, of de
ziel,
in
den
staat der yvnvótrjg, zal zijn in een zieleslaap of in bewustheid en in actie?
dan niet in den vorm van het vageaannemen, komen niet tot een zieleslaap. En daarom stonden reeds in de middeleeuwen de opponenten tegenover het vagevuur het denkbeeld van een zieleslaap voor, gelijk in onze eeuw Fries. Voor de mannen der Reformatie, die in het purgatorium het hoofdkwaad zagen, lag de verleiding voor de hand om deze meening der philosophen aangaande een ziele- of doodsslaap over te nemen. En inderdaad bestond daartoe veel neiging en vandaar, dat Calvijn Zij,
die een zuiveringsproces, hetzij al
vuur,
schreef over de Psychonijchia of over den zieleslaap, beeld af te snijden. Er bestond veel neiging toe, het toe zij
om
dat heidensche denk-
omdat daarmee toch opeens
purgatorium weg was en bovendien de Schrift er wel eenige aanleiding als van Lazarus, het dochtertje van Jaïrus enz, gezegd wordt, dat
geeft,
slapen.
Doch Calvijn bestreed
uitgegeven, deze opinie beslist.
in
bovengenoemd
geschrift, daartoe afzonderlijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's