Voor een distel een mirt - pagina 15

INHOUD.

XI.

Bladz.

VII.

»Mijn Verbond des vredes." (Als «geloovige" brengt

VUL

«Wat

ge

uw

kindeke ten doop.)

verhindert mij gedoopt te worden ?"

107

(Doop van volwassenen.)

IX.

„Opdat

ik mijne geloften betale,"

(De drie vragen

X.

101

„De Getuige (De getuigen

llS

den H. Doop.)

bij

in

den hemel

bij

den H. Doop.)

getrouw."

is

H"

III.

VAN DE OPENBARE I.

„Leef

BELIJDENIS.

Ja, Ik zeide tot u in

uwen bloede

Leef!" (Van den H. Doop naar het H. Avondmaal) II.

„Doet den Heere uwer vaderen God

.

.

125

belij-

denis." (Hoe een kind reeds III.

zijn

Heere

belijdt).

...

„Ik bad dan en deed belijdenis." (De oefenschool van het gebed)

IV.

»Zoo

laat

„De

137

ons deze belijdenis vasthouden."

(De belijdenis uwer Kerk)

V.

131

loiFelijkheden des

143

Heeren."

(Het kennen van de daden Gods.)

149

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen