Locus de Consummatione Saeculi - pagina 618
College-dictaat van een der studenten
286 College-dictaat van een der studenten (Dogmatiek).
Lodewijk
XIV
deed
dit het sterkst
De goddelooze opvatting van door
zijn
hovelingen
uitkomen, toen
droit divin
hij
onheiligen zin uitgewerkt en
in
geworden voor de publieke
opinie.
Het
zeide: „Vétat
werd door hem op de ligt
is
c'est
moi."
spits gevoerd,
aldus een a-navdaXov
natuurlijk eveneens in den aard
der zaak, dat tegenstanders van het Goddelijk Recht altoos van droit divin spreken met het volkomen Bourbonsche begrip. Daarom is het beter de uitdrukking droit divin te laten glippen en van ius divinum te spreken, wat terugleidt tot ''
de oorspronkelvjke opvatting.
Wanneer we
2".
doen,
dit
dan
valt
ook
de comhinatie, ivaaruit
men
het
opkomen. Men sprak altoos van droit divin du roi. Dit is natuurlijk eene valsche combinatie. Als mensch heeft de koning geen macht. Wel bestaat er droit divin du magistrat, van de Overheid. Of die Overheid optreedt in eenen monarchischen, polyarchischen of demarchischen regeeringsdroit divin steeds deed
vorm
wezen van de zaak niets af. divimmi wil zeggen, dat er een terrein
doet aan het
lus
God Zich
ordinantién bestaan, die
is,
waarop beschikkingen en
Zelf heeft voorbehouden en dat er een ander
aan den mensch is overgegeven. Dit terrein, dat aan den mensch is overgegeven, vormt het ius humanum; en daar dit terrein van regelingen door souvereine schepping is gecreëerd, gevormd door het ius divinum, kan het terrein
humanum
op> het ius divinum. Het zijn Lot en Abraham uiteengingen, opdat de een dit en de ander dat land zou bezitten, maar ius divinum duidt aan, dat God iure divino over alles te zeggen hebbend, die monarchen aanstelt en rechtstreeks de macht verleent den monarchischen regeeringsvorm tot stand te brengen, zcodat het ius humanum op het ius divinum rust. De vraag doet zich thans voor: Ontstaat het gezag van de Overheid iure humano of iure divino"? Op die vraag kan nooit anders geantwoord worden, dan dat de hooge tc^xv altijd iure divino moet ontstaan. De hoogere &Qxri heeft zelf het recht van regeling van het ius humanum en zij beschikt over het
niet
anders,
niet
twee
of
alle
humanum. Wanneer nu
ius
komen, dan zou dit
iiis
moet rusten
gelijke, die deelen, zooals
er
de
ép^
ergens in een drager van
ccQxn
humanum moest voorthumanum boven de &Qxri staan, zou
zelf uit het ius
dus een hooger ius
moeten culmineeren en alzoo
„een Overheid
boven de Overheid" de booze voorstelling worden. Het denkbeeld van Overheid
met
in, dat er geen menschelijke ciQxn boven geen ius humanum boven die d:qxii en kan die ccQxn niet ontleend worden aan een hooger ius humanum, wat er niet is. Het ius humanum moet dan onderworpen zijn aan het ius divinum. De ciQxn] is dan de kraan op de fontein van het ius divinum, die zelf het ius humanum procreëert, schept en regelt.
integendeel brengt
deze
staan
kan.
Zoo
zich en sluit
is
er
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 781 Pagina's