GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 165

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 165

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG wijsgeeren en dichters soms

HOOFDSTUK

VIII.

zelfs

153

II.

prachtige denkbeelden

Zoo o. a. het heerlijke zeggen: „Wij XVII 28.) En wat doet Paulus nu? Veroordeelt

hadden geuit. van Gods geslacht!" (Hand.

zijn

:

hij

nu dat heidensch Pantheïstisch

zeggen zonder meer? Neen, integendeel, hij sluit er zich bij aan, maar legt nu uit, hoe wat de Heiden en de Pantheïst hierin schoon, maar toch onzuiver uitsprak, eerst

wordt.

En dan

geeft

der Christenen belijdenis verstaan en doorzien

in

hij

als

inhoud van der Christenen belijdenis op

punt u twee reeksen van denkbeelden, diep opvat. Eenerzijds: „dat wij

Maar ook heeft",

anderzijds: ,,dat

dat deze

God

schiep", en dat Hij

God

in

die

Hem

hij

leven,

alle

krachtig

dit

en

ons bewegen en zijn".

heel de wereld en al

„heel het menschelijk

,,voor

beide even

wat

er in

geslacht uit

is,

geschapen

éénen

bloede

kinderen der menschen èn de tijden, èn

de bepalingen van hun woningen tevoren verordineerd heeft."

Welke twee stukken der belijdenis schuilen hier dan in? Zie, er waren en er zijn lieden, die tot hun dood toe, zullen loopen, ooit één druppel uit die veeleer uit de die toch

nimmer

in

hoogte

alle

hun eigen

den Pantheïstischen stroom

nooit in te

gevaar drinken;

neiging tot Algodisterij veroordeelen; ziel

en

één enkele vonk van geestdrift voor

de Heilige Drievuldigheid voelden gloren. Dit komt daar vandaan, dat deze lieden wel geen Algodisten

een tegenovergesteld uiterste vallen, en zich een

in

gelijk een pottenbakker los

van

zijn

baksel

is,

God

zijn,

maar

voorstellen, die,

zoo voorts en verder niets

van doen zou hebben met zijn schepping. Dit zijn lieden van een koude practijk of van een dorre verstandsrichting. Menschen zonder gloed van harte of warmte van gemoed. Zonder drijving en zonder geestdrift in zich. Haast als de visschen, zoo koud van bloed.

dan God in zijn scheppingswerk voor bij manier van een uurwerkmaker. Wie een uurwerk maakt, zet het inéén, en als het ineen zit, windt hij het op, en nu krijgt het zijn plaats aan den wand, en zoo loopt het; en hij gaat wandelen, en ziet er niet eer naar om, en eerst als het weer afliep, dan neemt hij den sleutel in de hand en windt het afgeloopen uurwerk weer op. En zoo nu, meenen deze lieden, heeft ook God de Heere gedaan. Hij schiep deze wereld, zette ze ineen, stelde haar krachten in beweging, en

En deze koude, bevroren denkers

liet

stellen

zich

ze nu wentelen.

En nu

loopt alles vanzelf en doet de natuur alles goed aan. Tot er

een stoornis komt, en dan

is

het de oorspronkelijke Schepper die de ge-

broken schepping weer repareert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 165

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's